16
NL
5. METEN VAN UW BLOEDKETONENWAARDE
5.1 Bloedmonster prikken
Lees de betreffende gebruiksinstructies voor informatie over hoe u de prikpen
moet gebruiken.
LET OP
●
De prikplaats met water en zeep wassen en goed afdrogen alvorens een
bloeddruppel af te nemen.
●
Deel dezelfde lancet of prikpen niet met anderen om het risico van
infecties te voorkomen.
●
Gebruik altijd een nieuwe lancet. Lancetten zijn voor eenmalig gebruik.
Gebruik een reeds gebruikte lancet niet opnieuw.
De GLUCOFIX
®
TECH β-Ketone Sensor is niet bestemd voor testen op
alternatieve prikplaatsen (AST). Gebruik alleen vers capillair volbloed uit de
vingertop om te testen.
5.2 Testen van uw bloedketonenwaarde
1. Schuif een nieuwe GLUCOFIX
®
TECH β-Ketone Sensor teststrip (lichtpaars
van kleur) in de teststripopening. Het druppelsymbool begint te knipperen
op het display en het β-ketonensymbool “Ket” verschijnt in de linker onder-
hoek van het display. Indien er niets op het display verschijnt, verwijder de
teststrip dan, schuif hem opnieuw in de opening en wacht tot het druppel-
symbool gaat knipperen.
2. Breng de bloeddruppel op het uiteinde van de teststrip aan tot het testveld
vol is. Er klinkt een pieptoon (indien ingeschakeld) en een teller op het
display begint af te tellen..
AANWIJZINGEN
●
Voor nauwkeurige testresultaten de bloeddruppel binnen 20 seconden
na het prikken op het uiteinde van de teststrip aanbrengen.
●
Test geen bloeddruppel die uitloopt of uitvloeit op de prikplaats.
●
Smeer geen bloed op de teststrip.
●
Druk de teststrip niet tegen de prikplaats.
●
Raak de teststrip niet aan nadat de meter met aftellen is begonnen.
5. Meten v
an uw bloedk
et
onenwaar
de