Installatie
18 - NL
CoriolisMaster FCM2000
CI/FCM2000-X1
Versie III: Fieldbuscommunicatie
Typen ME21 / ME22 / ME23 / ME24 / ME25 / ME26 / ME27 / ME28 en MC23 / MC27
Ontstekingsbescherming
“nL”
(zone 2)
Algemene
bedrijfswaarden
Ontstekingsbescherming “n”
FNICO (zone 2)
U
(V)
I
(mA)
U
b
(V)
I
b
(mA)
U
i
(V)
I
i
(mA)
P
i
(mW)
C
i
(nF)
C
i
pa
(nF)
L
i
(mH)
Fieldbus
passief
Klemmen 97 / 98
60 500 32 10
60
500
7000
0
0
0,17
De uitgang en de hulpenergie zijn galvanisch gescheiden.
Typen ME26 / ME27 / ME28 en MC27
Ontstekingsklas
se
“e” (zone 1)
Algemene
bedrijfswaarde
n
Ontstekingsbescherming
“ia” FISCO (zone 1)
Ontstekingsbescherming
“ia” (zone 1)
U
(V)
I
(A)
U
b
(V)
I
b
(mA)
U
i
(V)
I
i
(mA)
P
i
(mW)
C
i
(nF)
C
i
pa
(nF)
L
i
(mH)
U
i
(V)
I
i
(mA)
P
i
(mW)
C
i
(nF)
C
i
pa
(nF)
L
i
(mH)
Fieldbus
passief
Klemmen 97 / 98
60
35 32 10 60 380 5320
0 0 0,17 60 380 5320 0 0 0,17
De uitgang en de hulpenergie zijn galvanisch gescheiden.
Wechsel ein-auf zweispaltig
Bijzondere condities
De uitgangsstroomkringen zijn zo uitgevoerd, dat zij zowel op
intrinsiek veilige, als op niet-intrinsiek veilige stroomkringen kunnen
worden aangesloten. Een combinatie van intrinsiek veilige en niet-
intrinsiek veilige stroomkringen is niet toegestaan. Bij intrinsiek veilige
stroomkringen moet potentiaalcompensatie aangebracht worden
langs de getrokken leiding van de stroomuitgangen. Het nominale
voltage van de niet-intrinsiek veilige stroomkring is UM = 60 V.
Voor aansluiting op een NAMUR-versterker kan de schakeluitgang en
de impulsuitgang (klem 41 / 42 en 51 / 52) intern als NAMUR-contact
geschakeld worden.
Bij uitlevering zijn de kabelwartels zwart uitgevoerd. Als de
signaaluitgangen worden opgenomen in intrinsiek veilige
stroomkringen, dan wordt aanbevolen om de meegeleverde felblauwe
kappen voor de overeenkomstige kabeldoorvoeren te gebruiken.
Wechsel ein-auf zweispaltig
Belangrijk
Als de aardleider (PE) in het aansluitcompartiment van de debietmeter wordt aangesloten, moet aangetoond worden,
dat er geen gevaarlijk potentiaalverschil kan optreden tussen de aardleider (PE) en de potentiaalcompensatie (PA) in
het explosiegevaarlijke bereik.