NL
Algemene beschrijving
In de ruimtecontroller-basiseenheid RC/A 8.1 kunnen max. 8 insteekmodules
worden bevestigd. De RC/A 8.1 stuurt de modulefuncties en communiceert via
ABB i-bus
®
EIB. In elk insteekvoetje kan een willekeurig moduletype worden
bevestigd. De bevestigde module wordt automatisch herkend en op de
voedingsspanning aangesloten.
Voor de aansluiting van het apparaat zijn normaliter alleen de 230 V-voeding
en de busaansluiting vereist. De voeding kan 1-, 2- of 3-fasig plaatsvinden. Uit
de voeding genereert het apparaat de interne stroomvoorziening
1
. Door middel
van de modulelocatie M1 ... M8 kan een module worden toegewezen aan een
bepaalde fase van de voeding.
Dankzij de platte vorm van de ruimtecontroller kan deze ook in een verhoogde
vloer of in een verlaagd plafond worden gemonteerd. Met de handmatige
bediening kunnen direct na aansluiting van de voedingsspanning de
modulefunctie en de bedrading worden gecontroleerd – ook in
ongeprogrammeerde staat.
De interne stroomvoorziening van het apparaat kan behalve door de externe
voeding worden gewaarborgd door een hulpspanning van 12 V DC. Daardoor
blijft het apparaat ook werken als de voeding uitvalt.
Bij uitval van de busspanning blijven de apparaat-interne functies behouden,
zodat een beperkt bedrijf mogelijk blijft.
Voor modules met 24 V DC-voedingspanning (bijv. 24 V DC-jaloezie-
actuatoren) beschikt het apparaat over een steekklemvoorziening om de
directe bedrading van de voeding naar de modules te vergemakkelijken.
1
In 115 V-netten zijn ten minste 2 fasen vereist voor het genereren van de in-
terne voedingsspanning door het apparaat. Daarom is bij een 1-fasige
aansluiting in 115 V-netten de 12 V DC-hulpspanning vereist.