Softstarters Type PSTX30...PSTX1250 Gebruikershandleiding korte vorm 1SFC132082M9901 123
NL
14
6 Softstarter-instellingen
Als de softstarter de eerste keer wordt gestart, voert de HMI het hulpprogramma
voor basisinstallatie uit **.
Zie afbeelding 6, voorstelling 14
.
Hierna gaat u naar de
startweergave.
Voor de eerste configuratie van de softstarter wordt aangeraden de
hulpprogramma's te gebruiken.
Een
hulpprogramma is een wizard die de
gebruiker stap voor stap door een groep taken leidt om de softstarter in te
stellen en te configureren.
Menu
u
Assistants (assistenten)
Druk op
Menu
om naar het menu te gaan. Gebruik
of
om
Assistants (assistenten)
te selecteren en druk op
,
Select (selecteren).
Assistentenmenu
Basisinstallatie
Installatie toepassingen
1. Taal
1. Installatie toepassingen
2. Datum en tijd
2. Waarden behouden/wijzigen
3. Motorgegevens **
3. Instellingen afstemmen
4. Systeemconfiguratie
4. Installatie voltooid
5. Installatie voltooid
Gebruik
,
en
, om door de stappen te navigeren en de waarden te
wijzigen.
Zie tabel 6.3
voor een lijst van de parameters en de aanbevolen waarden.
Deze kan geconfigureerd worden met de assistent voor de installatie van
toepassingen.
** Alle PSTX-softstarters moeten geconfigureerd worden voor de
nominale stroom van de motor. Als de motor in lijn geschakeld is,
dient u de parameter “01.01 Motor rated current Ie” (01.01 nominale
motorstroom Ie) in te stellen op de waarde die vermeld staat op het
gegevensplaatje van de motor. Als de motor in driehoek geschakeld is,
dient u de parameter “01.01 Motor rated current Ie” (01.01 nominale
motorstroom Ie) in te stellen op (1/(√3))=58% van de nominale
motorstroom.
6.1: Eerste keer starten
6.2: Assistentenmenu