F
Nous nous réservons le droit de toutes modifications techniques. Nous n’assumons aucune responsabilité pour des erreurs ou défauts d’impression éventuels. ABUS © 2010
n
Technische wijzigingen voorbehouden. Geen aansprakelijkheid voor vergissingen en drukfouten. ABUS © 2010
I
Ci si riservano modifiche tecniche. Per errori e refusi di stampa non ci si assume alcuna responsabilità. ABUS © 2010
F
V. Instructions de montage:
Indications importantes:
• Avant le montage, examinez l’ouverture de la lucarne.
Assurez-vous que la lucarne ouvre et ferme parfaitement.
• Vérifiez si votre lucarne comporte les dimensions minimales indiquées
dans la schéma 1.
• Les profondeurs de perçage ou les longueurs de vis doivent être
adaptées aux conditions locales.
• Evitez le dépassement de perçage ou de vis sur la face arrière!
Utilisez le cas échéant une butée de perçage ou raccourcissez les vis
de fixation.
• Lors du perçage, évitez d’endommager les éléments mobiles,
les joints ou les vitres.
Montage:
1. Posez des entretoises (5) sous la gâche (1). La hauteur des entretoises
correspond à la distance entre l’ouvrant et le dormant (schéma 4).
2. Décrochez le cache en PVC (4) de la gâche (2) au moyen d’un tournevis.
3. Maintenez fermement la gâche (2) le plus près possible de l’ouverture
de la lucarne (observez le rayon de rotation de la poignée de fenêtre)
avec le côté le plus long sur l’ouvrant.
Aide: entretoise(s) (5) comme indiqué auparavant (schéma 5).
4. Tracez et préforez la position de perçage A (schéma 6)
(voir tableau de perçage). Fixez la gâche (2) avec des vis de 5,5 x 50 mm.
5. Décrochez avec précaution les caches (3) du boîtier (1) par le bas.
Insérez des entretoises (5) sous le boîtier (1) et maintenez-les centrées
à la même hauteur et à une distance parallèle de 8 mm de la gâche (2).
Aide: entretoise d’une épaisseur de 8 mm (5) (schéma 7).
6. Tracez et préforez la position de perçage B (schéma 8)
(voir tableau de perçage).
Fixez la gâche (1) avec les entretoises (5) et des vis de 6,3 x 60 mm
ou de 6,3 x 100 mm.
Contrôlez le bon fonctionnement:
Les pênes doivent se déplacer librement lors de la fermeture.
7. Finalement, clipsez les caches PVC (3) et (4) sur la gâche (2)
et sur le boîtier (1).
VI. Utilisation
DF 88 est verrouillé/déverrouillé á l’aide d’uneavec une clé.
F
쐃
= Largeur de cadre
쐇
= Ouvrant de fenêtre
쐋
= Gâche + Cache PVC
쐏
= Battant de fenêtre
쐄
= Boîtier serrure
쐂
= Entre toises
쐆
= Gâche
n
V. Montage:
Belangrijke aanwijzingen:
• Controleer voor montage de afstelling van het raam.
Let op dat het raam probleemloos sluit en opent.
• Meet na, of de in afb. 1 aangegeven minimumafmetingen
daadwerkelijk beschikbaar zijn.
• De boordieptes en schroeflengtes moeten aan het
gevelelement aangepast worden.
• Voorkom doorboren en -schroeven. Eventueel met een
booraanslag werken of de schroeven inkorten.
Bij het boren geen beslag, afdichtingen of ruiten beschadigen.
Montage:
1. Bevestig slotkast (1) op het kozijn. Eventueel uitvullen met opvul-
plaatjes (5). Met behulp van opvulplaatjes wordt hoogteverschil tussen
kozijn en raamvleugel opgevangen.
2. Klik met een schroevendraaier de kunststof kap (4) van sluitplaat (2) los.
3. Plaats bij dakramen de sluitplaat (2) zo dicht mogelijk bij de openingszijde
van het dakraam. Let op dat de raamgrepen vrij kunnen bewegen.
Houdt de sluitplaat met de lange zijde gelijk tegen de raamvleugel.
De opvulplaatjes (5) zijn een uitstekend hulpmiddel om de juiste positie
te bepalen. (zie afb. 4) Bij schuifpuien en dubbele ramen DF 88 boven
en onder de raamgreep plaatsen voor optimale beveiliging.
Bij stompe ramen is 1 slot voldoende.
Montage sluitplaat
1. Bepaal boorpositie A (zie afb. 5) aantekenen en voorboren (zie boortabel).
Sluitplaat (2) met schroeven 5,5 x 50 mm vastschroeven.
Montage slotkast
1. Druk afdekkapjes (3) van de slotkast (1) vanuit de onderkant voorzichtig
eruit. Houdt slotkast (1) parallel en op dezelfde hoogte van de sluitplaat
(2) met een tussenruimte van 8mm. Gebruik voor bepalen van deze
afstand het opvulplaatje van 8mm (5) die afb. 6.
2. Bepaal boorpositie B (zie afb. 7) aantekenen en voorboren (zie boortabel).
Gebruik bij kunststof zonder metalen kern ABUS BA bevestigingsanker.
Voor bevestiging anker zie aanwijzingen BA.
3. Bevestig slotkast (1) eventueel uitvullen met opvulplaatjes (5) met
schroeven 6,3 x 60 mm of 6,3 x 100 mm.
4. Controleer functie, van het slot. Vooral bij dakramen is de vrijloop van
het dakraam belangrijk. Plaats afdekkappen (4) op de slotkast (1) en de
afdekkappen (3) op de sluitplaat (2).
VI. Bediening
Zowel afsluiten als openen van DF 88 geschiedt d.m.v. de sleutel.
n
쐃
= Dagmaat
쐇
= Raam
쐋
= Sluitkast
쐏
= Kozijnuitsparing
쐄
= Slotkast
쐂
= Opvulplaatjes
쐆
= Sluitplaat
I
V. Istruzioni per il montaggio:
Avvertenze importanti:
• Prima del montaggio verificare per favore la regolazione della finestra.
Se necessario registrare nuovamente i ferramenti affinché la finestra
si chiuda e si apra perfettamente.
• Verificare anche che le misure minime indicate nell’ill. 1 esistano nelle
vostre finestre.
• Le profondità per trapanare i fori, risp. le lunghezze delle viti devono
essere adattate alle condizioni particolari.
• Evitare che la punta del trapano risp. la vite fuoriesca dall’altra parte!
Se necessario lavorare con arresto del trapano o accorciare le viti.
Quando si trapana, non danneggiare parti mobili, guarnizioni o vetri.
Montaggio:
1. Mettere gli spessori (5) sotto alla scatola della serratura (1).
La distanza del battente rispetto all’intradosso/al telaio corrisponde
all’altezza degli spessori (ill. 4).
2. Staccare con l’aiuto di un cacciavite il coperchietto in plastica (4)
della lamiera di chiusura (2).
3. Tenere la lamiera di chiusura (2) il piú vicino possibile al lato di apertura
della finestra (fare attenzione che la maniglia della finestra possa
muoversi liberamente), con il lato lungo a filo sul battente della finestra.
Mezzi d’ausilio: spessori già scelti prima (5) (vedi ill. 5).
4. Disegnare il punto da trapanare A (vedi il. 6) e trapanare (vedi tabella
trapanazioni). Avvitare la lamiera di chiusura (2) con le viti 5,5 x 50 mm.
5. Staccare con cautela da basso i coperchietti (3) della scatola della
serratura (1).
Mettere spessori (5) sotto la scatola della serratura (1) e tenere centrati
alla stessa altezza a distanza parallela di 8 mm rispetto alla lamiera di
chiusura (2). Mezzi d’ausilio: spessori da 8 mm (5) (vedi ill. 7).
6. Disegnare la posizione di trapanatura B (vedi ill. 7) e trapanare
(vedi tabella trapanazioni).
Avvitare scatola della serratura (1) inclusi spessori (5) con viti
6,3 x 60 mm o 6,3 x 100 mm.
Controllare il funzionamento:
Quando si chiude il chiavistello deve scorrere liberamente.
7. Poi mettere premendoli il coperchietto (4) e i coperchietti (3) sulla lamiera
di chiusura (2) risp. sulla scatola della serratura (1).
VI. Uso
La DF 88 viene bloccata e sbloccata con la chiave.
I
쐃
= larghezza interna del telaio della finestra
쐇
= batente
쐋
= scattola di chiusura
쐏
= incasso
쐄
= cassa di chiusura
쐂
= spessori
쐆
= lamiera di chiusura
390
11
8 1
2
/1
0
www.abus.com