56
Nederlands
5. Montage / installatie
5.1. Camera monteren
LET OP!
Tijdens de montage moet de camera van de netspanning zijn losgekoppeld.
Gebruik de bijgevoegde boorsjabloon voor het
boren van de bevestigingsgaten. Voor een
zijdelingse bedrading is in de onderplaat van de
steun een opening aangebracht. Gebruik voor de
ondergrond geschikte pluggen, en bouten voor
het vastzetten van de camera.
De kabels kunnen aan de zijkant of verborgen in
het plafond of de wand gelegd worden.
Nu kan de camera worden ingesteld, zoals beschreven in de volgende trap. Daarbij kan een analoge
testmonitor op de camera worden aangesloten (alleen voor testdoeleinden). De aansluiting vindt ofwel
plaats op de aansluitkabel van de camera of via een meegeleverde adapter aan de onderkant van de
camera.
Draai na het afstellen van de camera de borgschroeven weer vast.