86
11. Onderhoud en reiniging
11.1 Functietest
Controleer regelmatig de technische veiligheid van het product, bijvoorbeeld beschadiging van de
behuizing.
Als aangenomen moet worden dat een veilig gebruik niet meer mogelijk is, moet het product buiten
werking gesteld worden en beveiligd worden tegen onbedoeld gebruik.
Er moet worden aangenomen dat een veilig gebruik niet meer mogelijk is, als
het apparaat zichtbare beschadigingen heeft,
het apparaat niet meer functioneert en
na langere opslag onder ongunstige omstandigheden of
na zware transportbelastingen.
Neem het volgende in acht:
Het product is voor u onderhoudsvrij. Er bevinden zich voor u geen te controleren of te
onderhouden componenten binnen in het product. Open het product dus nooit.
11.2 Reiniging
Reinig het product met een schone, droge doek. Bij sterkere vervuiling kan de doek met een beetje
lauw water bevochtigd worden.
Zorg ervoor dat er geen vloeistoffen in het apparaat binnendringen, omdat
het apparaat hierdoor vernield wordt. Gebruik geen chemische reinigingsmiddelen,
omdat hierdoor
het oppervlak van de behuizing beschadigd kan raken.
12. Afvoer
Apparaten die zo gemarkeerd zijn, mogen niet met het gewone huisvuil
meegegeven worden. Voer het product aan het einde van de levensduur af
volgens de geldende wettelijke bepalingen.
Neem contact op met uw distributeur of breng de producten naar het gemeentelijke
verzamelpunt voor elektrisch afval.