44
Vermijd regen en vocht. Gebruik de camera niet op natte
plaatsen.
De camera is alleen voor het gebruik binnen bestemd. Als de
camera nat wordt, moet de stroomtoevoer onmiddellijk onderbroken worden. De
camera moet dan vóór het opnieuw in gebruik nemen door een servicemonteur
worden gecontroleerd.
Richt de camera niet direct op de zon.
Voorkom dat het CCD-element
van de camera aan direct zonlicht wordt blootgesteld. Dit kan tot permanente
beschadiging van afzonderlijke beeldopnemers leiden, die als witte punten op
het beeldscherm worden weergegeven.
Gebruik de camera alleen binnen het voorgeschreven
temperatuur-, luchtvochtigheids- en vermogensbereik.
Het gebruik
van de camera buiten het voorgeschreven bereik kan tot een snellere
veroudering en tot een voortijdig weigeren leiden. Een ernstige overschrijding
van het opgegeven werkgebied kan ook tot het onmiddellijk uitvallen van de
camera leiden. Alle gegevens hierover vindt u in de technische gegevens. Let op
het juiste model camera.
Ga behoedzaam met de camera om.
Let er met name bij de installatie
van de camera op dat u deze niet aan te grote fysieke belastingen (slagen,
schokken, etc.) blootstelt. De montage dient op een zoveel mogelijk schokvrije
plaats te geschieden. Verkeerd gebruik en transport kan tot beschadigingen aan
de camera leiden.