64
Nederlands
7. Draadloze transmissie
De reikwijdte van de draadloze transmissie is afhankelijk van verschillende omgevingsinvloeden. De
plaatselijke omstandigheden op de montageplaats kunnen een negatief effect hebben op de reikwijdte.
Daarom kan bij vrij zicht tussen de ontvanger en zender een afstand van maximaal 200 m bereikt worden,
in gebouwen echter aanzienlijk korter.
De volgende omgevingsinvloeden beperken zowel de reikwijdte als de beeldfrequentie:
Antennes voor mobiele telefonie, sterkstroommasten, elektrische kabels, plafonds en wanden, apparatuur
met dezelfde of een nabijgelegen radiofrequentie.
Waarschuwingen
Neem alle veiligheids- en bedieningsinstructies in acht voordat u het apparaat inschakelt!
1. Neem deze aanwijzingen in acht om beschadigingen aan de stekker of de kabel te vermijden:
Breng geen wijzigingen aan in de stekker of de kabel.
Verbreek de verbinding met het lichtnet door de stekker vast te houden. Trek de stekker niet aan
de kabel uit het stopcontact.
Houd verwarmingsbronnen zo ver mogelijk uit de buurt van de netkabel om smelten van de
vinylmantel te voorkomen.
Het voedingsapparaat van de buitencamera moet worden beschermd tegen vocht en natheid.
2. Neem deze aanwijzingen in acht. Niet in acht nemen van één of alle aanwijzingen kan een elektrische
schok veroorzaken.
De behuizing mag uitsluitend worden geopend voor het plaatsen van een harde schijf.
Koppel dit apparaat los van het lichtnet voordat u hiermee begint.
Plaats geen metalen of brandbare voorwerpen in het apparaat.
Maak tijdens onweer gebruik van een bliksembeveiliging om schade te voorkomen.
3. Gebruik het apparaat niet wanneer het gebreken vertoont. Er kan ernstige schade ontstaan wanneer u
een defect apparaat blijft gebruiken. Neem contact op met uw leverancier wanneer het apparaat defect is.
Bij installatie in een bestaand videobewakingssysteem dient u er voor te zorgen dat alle
apparatuur is losgekoppeld van het lichtnet en de laagspanningsvoedingen.
Bij twijfel wordt geadviseerd om de installatie en de aanleg van de bedrading te laten uitvoeren
door een vakkundige elektricien. Onjuiste elektrische aansluitingen op het lichtnet vormen niet
alleen een gevaar voor u maar ook voor anderen.
Zorg er bij het aansluiten van het volledige systeem voor dat het lichtnet en het
laagspanningscircuit gescheiden blijven en tijdens normaal gebruik of bij storing niet met elkaar
in contact kunnen komen.
Gelieve de volgende ongunstige omstandigheden tijdens het gebruik te vermijden:
Nattigheid of te hoge luchtvochtigheid
Extreme koude of warmte
Direct zonlicht
Stof of brandbare gassen, dampen of oplosmiddelen
Sterke vibraties
Sterke magnetische velden, zoals in de nabijheid van machines of luidsprekers
De camera mag niet tegen de zon in worden gericht, omdat de sensor hierdoor beschadigd kan
raken.
De camera mag niet op een onvaste ondergrond geïnstalleerd worden.
Uitpakken
Behandel het apparaat tijdens het uitpakken zeer voorzichtig.
Wanneer de verpakking is beschadigd, moet u als eerste het apparaat controleren. Wanneer u
beschadigingen aan het apparaat vaststelt, stuurt u dit met verpakking retour en stelt u de
vervoerder op de hoogte.