Verklaring van symbolen
Het symbool met de flits in de driehoek wordt gebruikt als er gevaar voor de
gezondheid bestaat, bijv. door een elektrische schok.
Een driehoek met uitroepteken wijst op belangrijke instructies in deze
gebruikershandleiding die absoluut in acht genomen moeten worden.
Dit symbool geeft aan dat u bijzondere tips en instructies met betrekking tot de
bediening krijgt.
Belangrijke veiligheidsinstructies
Bij schade die door het niet in acht nemen van deze gebruikershandleiding wordt
veroorzaakt, vervalt het recht op garantie. Wij stellen ons niet aansprakelijk voor
gevolgschade!
Wij stellen ons niet aansprakelijk voor materiële schade of letselschade, die door
onjuist gebruik of het niet in acht nemen van de veiligheidsinstructies worden
veroorzaakt. In zulke gevallen vervalt ieder recht op garantie!
Lees de volgende veiligheidsinstructies aandachtig door.
Veiligheidsinstructies
1. Stroomvoorziening
110-240 V wisselspanning, 50/60 Hz
Gebruik dit apparaat alleen aan een stroombron die de op het typeplaatje vermelde netspanning levert.
Indien u niet zeker weet welke stroomvoorziening bij u beschikbaar is, neem dan contact op met uw
energieleverancier. Koppel het apparaat los van de netvoeding, voordat u onderhouds- of
installatiewerkzaamheden uitvoert.
2. Overbelasting
Vermijd overbelasting van stopcontacten, verlengsnoeren en adapters. Overbelasting kan leiden tot
brand of een elektrische schok.
3. Vloeistoffen
Stel het apparaat alleen in droge en stofdichte ruimtes op. Bescherm het apparaat tegen het
binnendringen van alle soorten vloeistoffen.
4. Reiniging
Reinig het apparaat alleen met een vochtige doek zonder bijtende reinigingsmiddelen.
Voor het reinigen dient u het apparaat van de netstroom te scheiden.
5. Ventilatie
De ventilatieopeningen van het apparaat mogen niet afgedekt of geblokkeerd worden
Voorkom het binnendringen van voorwerpen in het apparaat, bijv. via de ventilatieopeningen.
6. Accessoires
Sluit alleen uitdrukkelijk daarvoor bestemde apparaten aan. Anders kan het tot gevaarlijke situaties of
schade aan het toestel komen.
7. Opstelplaats
Stel het apparaat alleen in droge en stofdichte ruimtes op. Bescherm het apparaat tegen het
binnendringen van alle soorten vloeistoffen.
Plaats de monitor niet in de directe omgeving van verwarmingen, ovens, andere warmtebronnen of
onder direct zonlicht.
Gebruik het apparaat alleen op plaatsen met temperaturen binnen het toegestane
omgevingstemperatuurbereik 0°~50°C.
33