203
6.10 Integratie van de camera in ABUS CMS
De volgende gegevens zijn nodig voor de integratie van de camera in de ABUS CMS software:
IP-adres / domeinnaam
http-poort (standaard 80)
trsp-poort (standaard 554)
Gebruikersnaam: installer
Wachtwoord:
<wachtwoord>
(toegewezen en wijzigbaar door installateur)
6.11 Opmerkingen over de installatie bij gebruik van de objectherkenning
De objectdetectie van de camera kan mensen en voertuigen als objecten herkennen. Andere storende
invloeden worden daarbij buiten beschouwing gelaten.
Om een optimale prestatie van de objectdetectie te bereiken, moeten bij de installatie of in het gezichtsveld
van de camera bepaalde randvoorwaarden in acht worden genomen.
1. De installatiehoogte van de camera moet worden gekozen tussen 2,5 en 5 meter. De neighoek mag niet
meer dan 10 graden bedragen.
2. De objecthoogte in de geselecteerde beelduitsnede moet tussen 1/16 en 1/2 van de beeldhoogte liggen.
Als objecten in het beeld te groot of te klein worden weergegeven, worden ze mogelijk niet goed
herkend.
3. Houd er rekening mee dat onder de camera een bepaald gebied niet bewaakt wordt.
4. De maximale bewakingsafstand, afhankelijk van de brandpuntsafstand van de camera, is als volgt:
5. Reflecterende oppervlakken in het beeldgedeelte kunnen de objectherkenning hinderen.
6. Zorg ervoor dat er geen takken of bladeren dicht bij de camera in beeld zijn.
7. Koepelcamera's met koepel (dome) zijn minder geschikt voor bewaking buitenshuis met objectdetectie,
omdat in hun koepel lichtverstrooiing of lichtreflecties kunnen optreden. Dit beïnvloedt de
objectherkenning.
8. Gebruik objectdetectie niet in zones met een hoog aantal of een hoge frequentie van objacten (mensen,
voertuigen). Dit resulteert in een hoog aantal alarmen.
Brandpuntsafstand Max. bewakingsafstand
2.8 mm
10 m