223
8.3.4 NAT
UPnP activeren:
Activering of deactivering van de UPnP-interface. Bij activering kan de camera
bijvoorbeeld in een Windows-netwerkomgeving worden gevonden.
Naam:
Definitie van de naam voor de UPnP-interface (met deze naam verschijnt de
camera bijvoorbeeld in de Windows-netwerkomgeving)
Mapping poorttype
Selecteer hier of de poortforwarding automatisch of handmatig moet worden uitgevoerd.
U kunt kiezen tussen „Auto“ of „Handmatig“.
Protocolnaam:
HTTP
Der standaardpoort voor de HTTP-overdracht luidt 80. Als alternatief kan aan deze poort een waarde worden
toegekend in het bereik 1025~65535. Als zich meerdere IP-camera's in hetzelfde subnet bevinden, moet elke
camera een eigen, unieke HTTP-poort krijgen
RTSP
De standaardpoort voor de RTSP-overdracht is 554. Als alternatief kan aan deze poort een waarde worden
toegekend in het bereik 1025~65535. Wanneer er meerdere IP-camera's in hetzelfde subnet aanwezig zijn,
dan moet iedere camera een eigen, unieke RTSP-poort krijgen.
Serverpoort (stuurpoort)
De standaardpoort voor de SDK-overdracht is 8000. Communicatiepoort voor interne gegevens. Als
alternatief kan aan deze poort een waarde worden toegekend in het bereik 1025~65535. Als zich meerdere
Klik op "Opslaan" om de instellingen over te nemen