263
Nederlands
Neem de ingevoerde instellingen over met "OK" of verwerp de instellingen met
"Afbreken".
W-LAN
De camera beschikt over een W-LAN netwerkinterface, om data draadloos naar een IP-netwerk over te
brengen. Voor het eerst instellen van alle W-LAN parameters moet de netwerkcamera eerst via een
netwerkkabel worden aangesloten.
W-LAN:
Activeer of deactiveer hier de W-LAN interface.
W-LAN statusweergave:
De camera doorzoekt de omgeving automatisch naar W-LAN toegangspunten
(AP, Access Point). Het aangesloten toegangspunt wordt blauw
weergegeven.
ESSID:
(zie
hieronder)
Modus:
(zie
hieronder)
Veiligheid:
Geeft aan op welke wijze dit netwerk is beveiligd.
Kanaal:
Duidt aan op welk kanaal het Access-Point uitzendt.
Signaalsterkte:
Weergave van de signaalkwaliteit in procenten. Voor een goede verbinding
mag deze waarde niet lager dan 60% zijn.
Bitrate:
Duidt de bruto bitrate van het Access-Point aan.
MAC-adres:
Het MAC-adres (netwerk-apparaat-adres) wordt automatisch toegekend en
weergegeven.
IP-adres:
Hier wordt het ingestelde IP-adres weergegeven. Het toekennen van het
adres kan automatisch (DHCP) of handmatig plaatsvinden (zie hieronder).
ESSID:
De ESSID is de naam van het toegangspunt. Deze kan automatisch worden
toegekend of handmatig worden ingevoerd.
Handmatige instelling:
Handmatige instelling van de ESSID.
Modus:
Selecteer hier de W-LAN verbindingsmodus.
Infrastructuur:
De netwerkcamera wordt via een Access Point met het netwerk verbonden.
Ad-Hoc:
In deze modus is het mogelijk dat de netwerkcamera direct met een andere
netwerkadapter (netwerkkaart) communiceert. Er wordt een zogenaamde
Peer-to-Peer-omgeving opgebouwd.
Verificatie:
Hier kan een versleutelingsmodus voor draadloze overdracht worden
ingesteld.
Open
Er is geen versleuteling geselecteerd.
Gemeenschappelijke sleutel
(WEP, Wired Equivalent Privacy) Voor het versleutelen wordt een 64- of 128-
Bit sleutel gebruikt (HEX of ASCII). Voor de communicatie met andere
apparaten moeten de sleutels van beide apparaten overeenstemmen.
(10/26 HEX tekens of 5/13 ASCII tekens, overeenkomstige Bitlengtes)
WPA-PSK / WPA2-PSK
(Wi-fi Protected Access – Pre-Shared-Keys) Bij deze methode worden
dynamische sleutels gebruikt. Als versleutelingsprotocollen kunnen TKIP
(Temporal Key Integrity Protokoll) of AES (Advanced Encrytion Standard)
worden gekozen. Als sleutel moet een zogenaamde wachtzin (Pre-shared
Key) worden verstrekt.
(64 HEX tekens of 8 - 63 ASCII tekens)
Versleuteling:
Selecteer hier het betreffende versleutelingstype.
Gemeenschappelijke sleutel: WEP / gedeactiveerd
WPA-PSK / WPA2-PSK: TKIP of AES
Sleutellengte:
Alleen bij WEP. Selecteer hier de bitlengte voor de sleutel.
Netwerksleutel:
Alleen bij WEP. Maximaal kunnen 4 sleutels worden verstrekt.