281
6.10 Systeemlog
In het systeemlog worden relevante gegevens van het systeem geprotocolleerd. Dit kan handig zijn bij de
installatie van de netwerkcamera om fouten te verhelpen. U kunt de gegevens ook naar een logserver
versturen.
Remote log activeren:
Activeer de remote-log-functie door het aanvinken van het keuzevakje
Servernaam:
IP-adres of domeinnaam van de logserver
Serverpoort:
Poort van de logserver
Bevestig de gekozen instellingen met „gem” of maak de gekozen instellingen
ongedaan met “Annuleren”.
7. Onderhoud en reiniging
7.1 Functietest
Controleer regelmatig de technische veiligheid van het product, bijv. beschadiging van de behuizing.
Als aangenomen moet worden dat een veilig gebruik niet meer mogelijk is, moet het product buiten werking
gesteld worden en beveiligd worden tegen onbedoeld gebruik.
Er dient van uit te worden gegaan dat een veilig gebruik niet meer mogelijk is, als
het
apparaat
zichtbare beschadigingen heeft,
het apparaat niet meer functioneert en
na langere opslag onder ongunstige omstandigheden of
na zware transportbelastingen.
Het product is voor u onderhoudsvrij. Er bevinden zich voor u geen te controleren of te
onderhouden componenten binnen in dit product, open het nooit.