SD20PHL / SD26PHL
Veiligheidsvoorschriften
1.
De brugkrik kan alleen worden gemonteerd op hef-
bruggen waarvoor de fabrikant goedkeuring heeft ver-
leend. Let op: Niet alle hefbruggen zijn geschikt voor
deze brugkrik! De capaciteit van de krik mag max. 2/3
zijn van de hefbrug capaciteit.
2.
Plaats de brugkrik met de geschikte draagarmen op
stevige, horizontale rails en zorg ervoor dat de krik niet
kan vallen. Zie fig. 1-19.
3.
De hefarm is geconstrueerd om uitsluitend te worden
bediend door opgeleid personeel, dat deze hand-
leiding heeft gelezen en begrepen.
4.
Controleer voor het liften dat de draagarmen van de
krik perfect op de rand van de brug of de put zijn ge-
plaatst.
5.
De krik is slechts een heftoestel. Verplaats de wagen
met de krik.
6.
Gebruik assteunen alvorens aan het voertuig te wer-
ken.
7.
De krik niet overbelasten. Dit kan schade of slecht
functioneren van de krik tot gevolg hebben. Let ook op
extra belasting (bijv. geladen voertuig).
8.
De last enkel opheffen op de draagpunten, voorge
-
schreven door de fabrikant. Zorg ervoor dat de zadels
niet kunnen wegglijden gedurende het heffen.
9.
Als het complete voertuig d.m.v. 2 krikken wordt op
geheven, dan moeten de krikken op minimaal 0,85m
van elkaar worden geplaatst.
10.
Centreer voortdurend de last. Plaats het zadel in het
midden van de krik, wanneer met slechts 1 zadel heft.
De uitschuifbare hefarmen mogen alleen gelijktijdig
worden gebruikt.
11.
Het voertuig moet vrij kunnen draaien tijdens optillen
en zakken (zonder remmen en in neutrale positie).
12.
Niemand mag zich in, op of onder de last bevinden als
deze wordt opgetild, of enkel ondersteund wordt door
een krik.
13.
De persoon die de krik bedient, moet er op toezien dat
de krik kan werken zonder enig gevaar voor zichzelf
en derden.
14.
Het overdrukventiel, dat vooraf ingesteld en verzegeld
is door de fabrikant, mag niet worden ontre-geld.
15.
Maximum luchtdruk: 12 bar. Volledige capaciteit bij 8,5
bar.
16.
Het negeren van de hierboven vermelde voor-zorgs-
maatregelen kan leiden tot het verliezen van de last,
beschadiging van de krik en/of verwonding van de
gebruiker.
Montage
Zie fig. 1-19.
Luchttoevoer via drukring aan de achterzijde, ¼” pijpdraad.
Let erop dat de luchttoevoer is ingesteld met een beschik-
bare slanggeleiding, draad en spiraalslang. Raadpleeg het
hoofdstuk
”Accessoires”
van deze handleiding.
Gebruiksaanwijzing
Heffen:
Draai de linker PVC-hendel de wijzers van de klok
mee, laat de krik vervolgens dalen tot de eerstvolgende
veiligheidsstop door de hendel in tegenovergestelde
richting te draaien.
Dalen:
Laat de krik een beetje omhoog gaan, om de vei-
NL
ligheidsstop uit te schakelen. Draai beide hendels de wij-
zers van de klok in (links de terugloop van de pomp, rechts
de deblokkering van veiligheidsstop). Beide hendels gaan
automatisch terug naar de neutrale na het loslaten.
Geluidsemissie:
het A-gewogen geluidsdrukniveau is
max. 85 dB(A).
Onderhoud
Onderhoud en reparatiewerkzaamheden moeten altijd wor-
den uitgevoerd door opgeleid personeel. De luchthydrau-
lische pomp moet regelmatig met olie worden gesmeerd.
Het wordt daarom aanbevolen om een waterafscheider en
olienevelaar te monteren op de persluchtleiding.
Dagelijks:
Controleer de krik op correcte positie
van de draagarmen.
Maandelijks:
Olie de mechanische delen. Maak de wa-
terafscheider leeg en vul de olienevelaar.
Bijvullen van olie en controle:
Hef tot de max. hoogte en
verwijder de vulplug
(12)
.
Correct oliepeil is tot juist onder
het gat van de vulplug.
Waarschuwing:
Nooit met de krik werken als de vulplug
verwijderd is (olietank komt onder druk te staan)
.
Hoeveelheid olie:
0,6l. Elke goede hydraulische olie met
viscositeit ISO VG 15 mag worden gebruikt.
Nooit remolie gebruiken!
Veiligheidsinspectie
In overeenstemming met de nationale regelgeving,
momenteel minimaal een keer per jaar, moeten de
volgende onderdelen door een deskundige worden
gecontroleerd: Steunen en steunarmen
(bescherming
tegen neerstorten)
, abnormale slijtage en bescha-digingen,
lassen en het hydraulische systeem op lekkage. Bovendien
moet worden gecontroleerd of stickers met betrekking tot
veiligheid goed leesbaar zijn.
Mogelijke storingen verhelpen
1.
De krik heft niet tot de maximale hoogte: vul het oliere-
servoir. Zie
“onderhoud”.
2.
De krik kan niet voldoende heffen: controleer of de
terugloophendel in “neutraal” staat. Zowel trigger
6222600 (afgesteld met moer 0262700) en triggerarm
6222802 (afgesteld met contramoeren 2 x 0201600
op de triggerspil van de pomp) moeten los zitten zodat
de relaisbuis perfect afsluit. Controleer ook de luchtto-
evoer: minimaal 8,5 bar en 500 l/min.
3.
De krik daalt niet tot de minimale hoogte: controleer op
beschadiging; smeer alle mechanische onderdelen.
4.
De krik blijft zakken nadat de terugloophendel is losge-
laten: Ontlucht de hydraulische cilinder met de schroef
(10)
.
WAARSCHUWING:
de krik mag niet geladen zijn
tijdens de ontluchting.
Reserveonderdelen
Vervang versleten of kapotte onderdelen alleen door
originele onderdelen geleverd door de fabrikant van het
hefwerktuig. Mogelijk zijn niet alle belangrijke onderdelen
beschikbaar als een model uit productie is genomen.
Afvalverwerking
Olie moet worden afgetapt en afgevoerd volgens wettelijke
voorschriften.
(Translation of original text)
(Translation of original text)
Summary of Contents for SD20PHL
Page 3: ... Fig 5 OK 2000 kg 2600 kg 6235325 6235330 Fig 2 Fig 3 Fig 4 Fig 5 ...
Page 5: ...12 mm 3 5 7 Fig 9 1 1 2 4 6 Fig 10 Fig 11 Fig 12 Fig 13 ...
Page 6: ...6235330 6235325 8 x 4 10 Fig 6 9 11 Fig 14 Fig 15 Fig 16 12 Fig 17 Fig 18 ...
Page 7: ...13 Fig 19 ...
Page 18: ...SD20PHL SD26PHL ...
Page 20: ...91 200 30 91 200 36 ...
Page 25: ...HYDRAULIK DIAGRAM HYDRAULIC CHART HYDRAULISCHES DIAGRAMM DK GB DE ...