14
SD32PHL / SD40PHL
Veiligheidsvoorschriften
1.
De brugkrik kan alleen worden gemonteerd op hefbrug-
gen waarvoor de fabrikant goedkeuring heeft verleend.
Let op: Niet alle hefbruggen zijn geschikt voor deze
brugkrik! De capaciteit van de krik mag max. 2/3 zijn
van de hefbrug capaciteit.
2.
Plaats de brugkrik met de geschikte draagarmen op
stevige, horizontale rails en zorg ervoor dat de krik niet
kan vallen. Zie fig. 1-19.
3.
De hefarm is geconstrueerd om uitsluitend te worden
bediend door opgeleid personeel, dat deze handleiding
heeft gelezen en begrepen.
4.
Controleer voor het liften dat de draagarmen van de
krik perfect op de rand van de brug of de put zijn gepla-
atst.
5.
De krik is slechts een heftoestel. Verplaats de wagen
met de krik.
6.
Gebruik assteunen alvorens aan het voertuig te wer-
ken.
7.
De krik niet overbelasten. Dit kan schade of slecht
functioneren van de krik tot gevolg hebben. Let ook op
extra belasting (bijv. geladen voertuig).
8.
De last enkel opheffen op de draagpunten, voorge
-
schreven door de fabrikant. Zorg ervoor dat de zadels
niet kunnen wegglijden gedurende het heffen.
9.
Als het complete voertuig d.m.v. 2 krikken wordt opge-
heven, dan moeten de krikken op minimaal 0,85m van
elkaar worden geplaatst.
10.
Centreer voortdurend de last. Plaats het zadel in het
midden van de krik, wanneer met slechts 1 zadel heft.
De uitschuifbare hefarmen mogen alleen gelijktijdig
worden gebruikt.
11.
Het voertuig moet vrij kunnen draaien tijdens optillen en
zakken (zonder remmen en in neutrale positie).
12.
Niemand mag zich in, op of onder de last bevinden als
deze wordt opgetild, of enkel ondersteund wordt door
een krik.
13.
De persoon die de krik bedient, moet er op toezien dat
de krik kan werken zonder enig gevaar voor zichzelf en
derden.
14.
Het overdrukventiel, dat vooraf ingesteld en verzegeld
is door de fabrikant, mag niet worden ontregeld.
15.
Maximum luchtdruk: 10 bar. Volledige capaciteit bij 8,5
bar.
16.
Het negeren van de hierboven vermelde voorzorgs-
maatregelen kan leiden tot het verliezen van de last,
beschadiging van de krik en/of verwonding van de
gebruiker.
Montage
Zie fig. 1-19.
Luchttoevoer via drukring aan de achterzijde, ¼” pijpdraad.
Let erop dat de luchttoevoer is ingesteld met een beschik-
bare slanggeleiding, draad en spiraalslang. Raadpleeg het
hoofdstuk Accessoires van deze handleiding.
Gebruiksaanwijzing
Heffen:
Draai de linker PVC-hendel de wijzers van de klok
mee, laat de krik vervolgens dalen tot de eerstvolgende
veiligheidsstop door de hendel in tegenovergestelde
richting te draaien.
Dalen:
Laat de krik een beetje omhoog gaan, om de vei-
ligheidsstop uit te schakelen.
NL
Draai beide hendels de wijzers van de klok in (links de
terugloop van de pomp, rechts de deblokkering van veilig-
heidsstop). Beide hendels gaan automatisch terug naar de
neutrale na het loslaten.
Geluidsemissie:
het A-gewogen geluidsdrukniveau is
max. 85 dB(A).
Onderhoud
Onderhoud en reparatiewerkzaamheden moeten altijd wor-
den uitgevoerd door opgeleid personeel. De luchthydrau-
lische pomp moet regelmatig met olie worden gesmeerd.
Het wordt daarom aanbevolen om een waterafscheider en
olienevelaar te monteren op de persluchtleiding.
Dagelijks:
Controleer de krik op correcte positie
van de draagarmen.
Maandelijks:
Olie de mechanische delen. Maak de wa-
terafscheider leeg en vul de olienevelaar.
Bijvullen van olie en controle:
Hef tot de max. hoogte en
verwijder de vulplug 0247000
.
Correct oliepeil is tot juist
onder het gat van de vulplug.
Waarschuwing:
Nooit met de krik werken als de vulplug
verwijderd is (olietank komt onder druk te staan)
.
Hoeveelheid olie:
0,85 l. Elke goede hydraulische olie met
viscositeit ISO VG 15 mag worden gebruikt.
Nooit remolie gebruiken.
Veiligheidsinspectie
In overeenstemming met de nationale regelgeving,
momenteel minimaal een keer per jaar, moeten de
volgende onderdelen door een deskundige worden
gecontroleerd: Steunen en steunarmen
(bescherming
tegen neerstorten), abnormale slijtage en beschadigingen,
lassen en het hydraulische systeem op lekkage. Bovendien
moet worden gecontroleerd of stickers met betrekking tot
veiligheid goed leesbaar zijn.
Mogelijke storingen verhelpen
1.
De krik heft niet tot de maximale hoogte: vul het oliere-
servoir. Zie “onderhoud”.
2.
De krik kan niet voldoende heffen: controleer of de
terugloophendel in “neutraal” staat. Zowel trigger
6222600 (afgesteld met moer 0262700) en triggerarm
6222702 (afgesteld met contramoeren 2 x 0201600
op de triggerspil van de pomp) moeten los zitten zodat
de relaisbuis perfect afsluit. Controleer ook de luchtto-
evoer: minimaal 8,5 bar en 500 l/min.
3.
De krik daalt niet tot de minimale hoogte: controleer op
beschadiging; smeer alle mechanische onder-delen.
4.
De krik blijft zakken nadat de terugloophendel is losge-
laten: Ontlucht de hydraulische cilinder met de schroe
0262900.
Waarschuwing:
de krik mag niet geladen zijn tijdens
de ontluchting.
Reserveonderdelen
Vervang versleten of kapotte onderdelen alleen door
originele onderdelen geleverd door de fabrikant van het
hefwerktuig. Mogelijk zijn niet alle belangrijke onderdelen
beschikbaar als een model uit productie is genomen.
Vernietiging
Wanneer de krik na vele jaren gebruik is versleten en moet
worden vernietigd, dient de de olie te worden verwijderd en
op legale wijze te worden verwerkt.
(Translation of original text)
(Translation of original text)
Summary of Contents for SD32PHL
Page 3: ...3 Fig 5 OK 3200 kg 4000 kg 6235325 6235330 Fig 2 Fig 3 Fig 4 Fig 5 ...
Page 5: ...5 14 mm 3 5 7 Fig 9 1 1 2 4 6 Fig 10 Fig 11 Fig 12 Fig 13 ...
Page 6: ...6 6235330 6235325 8 x 4 10 Fig 6 9 11 Fig 14 Fig 15 Fig 16 12 Fig 17 Fig 18 ...
Page 7: ...7 13 Fig 19 ...
Page 18: ...18 SD32PHL ...
Page 20: ...20 SD40PHL ...
Page 24: ...24 91 200 46 91 200 30 ...
Page 28: ...28 HYDRAULIK DIAGRAM HYDRAULIC CHART HYDRAULISCHES DIAGRAMM DK GB DE ...
Page 29: ...29 ...