65
Instelling van de regelaar voor
verbrandingslucht
De toegestane brandstoffen staan vermeld in het
technische informatieblad dat is meegeleverd met de
kachel. Wij verzoeken u zich te houden aan de aan-
bevolen instellingen, aangezien u daarmee de
warmte-energie uit brandstof optimaal benut, brand-
stof bespaart en het milieu beschermt.
Eerste gebruik van uw kachel
Verwijder voor het eerste gebruik alle eventuele stic-
kers en haal alle uitrustingsstukken uit de aslade en
de verbrandingsruimte. Dit geldt ook voor de trans-
portbeveiligingen. In modellen met luchtsturingspla-
ten van keramische vezels of vermiculiet moet u con-
troleren of deze platen goed in hun bevestigingen
rusten (tijdens het transport of het plaatsen van de
kachel kunnen deze platen uit hun bevestigingen
schuiven). Als de platen uitgeschoven zijn, moet u ze
heel voorzichtig opnieuw in hun bevestiging plaatsen
(zie het technische informatieblad van het apparaat).
Bij kachels met keramische tegels of stenen, moet u
deze in de verwarmingsruimte plaatsen. Neem de
keramische tegels en stenen af met een droog
doekje.
Als u de kachel voor de eerste keer aansteekt,
moet u de brandstof zorgvuldig plaatsen en de
kachel inbranden met een kleine vlam.
Alle mate-
rialen moeten langzaam “wennen” aan de toename
van temperatuur en warmte. Bij langzaam opwarmen
voorkomt u barsten is de isolatie, beschadigingen
van de lak en vervorming van de materialen.
De geu-
ren die ontstaan door het drogen van de bescher-
mingslak zijn onvermijdelijk, en zullen na korte
tijd verdwijnen. Bij de eerste keer opwarmen
moet u zorgen voor bijzonder goede ventilatie in
de ruimte.
Gebruik van de manchet voor rookgasafvoer op
de achterkant van het apparaat (niet op alle
modellen)
Sommige kachelmodellen kunnen ook via de man-
chet voor rookgasafvoer op de achterkant van het
apparaat worden verbonden met de schoorsteen. De
instructie hiervoor is apart meegeleverd met deze
kachels.
Aansteken en verwarmen
Leg eerst 2 tot 3 houtblokken (ca. 1,5 tot 2,0 kg) op
de bodem van de verbrandingsruimte of het rooster.
Leg daar vervolgens bovenop: ongecoat papier, kar-
ton of aanmaakblokjes en daarop aanmaakhoutjes,
hakhout of briketten. Zet alle schuifjes voor het rege-
len van de luchtaanvoer maximaal open. Sluit de
deur van de verbrandingsruimte. Stel vervolgens de
schuifjes voor de luchttoevoer in volgens de instruc-
ties op het meegeleverde technische informatieblad.
Vergeet niet dat het hele corpus van de kachel,
inclusief de regelschuifjes, bijzonder heet wordt!
Draag daarom altijd geschikte beschermende
handschoenen!
Brandstof toevoegen
Naast het toepassen van de juiste brandstof en vol-
doende trek in de schoorsteen, heeft ook de bedie-
ning van de kachel grote invloed op de reinheid van
het kijkglas. Wij bevelen daarom aan om de brand-
stof in één laag in de kachel te leggen. De houtblok-
ken moeten indien mogelijk groot zijn (ca. 30 cm) en
de hele breedte van de verbrandingsruimte maxi-
maal opvullen. Plaats briketten zodanig dat ze de
verbrandingsruimte indien mogelijk zoveel mogelijk
vullen (leg ze op een afstand van ca. 5 tot 10 mm van
elkaar).
Attentie! Voeg pas brandstof toe als er van de vorige
brandstof nog slechts gloeiende sintels over zijn
(zonder vlammen).
Voordat u de deur van de verbrandingsruimte open-
doet, moet u eerst alle regelschuifjes voor de lucht-
toevoer volledig dichtdoen (zie het technische infor-
matieblad), zodat er geen verbrandingsgassen uit de
verbrandingsruimte in de kamer kunnen komen. Sluit
de deur van de verbrandingsruimte nadat u brand-
stof heeft toegevoegd. Open vervolgens alle regel-
schuifjes voor de luchttoevoer, om de ontbran-
dingstijd van de toegevoegde brandstof zo kort
mogelijk te maken. Zodra de brandstof ontbrandt,
moet u de regelschuifjes langzaam openzetten – in
overeenstemming met de instellingen die zijn
getoond in het meegeleverde technische informatie-
blad (bij het verbranden van houtblokken moet u
eerst de primaire schuifjes voor de primaire luchttoe-
voer sluiten, zie het technische informatieblad van
het apparaat). Wanneer u ongeschikte of vochtige
brandstoffen gebruikt, ontstaat er roetaanslag in de
schoorsteen en kan brand ontstaan. Sluit in dat geval
alle luchtopeningen en waarschuw de brandweer.
Na het doven van de schoorsteenbrand moet u de
schoorsteen door een specialist laten controleren op
scheuren en lekken.
Het vuur en de gloeiende sintels nooit blussen
met water! Op die manier kunt u de kachel en met
name het glas beschadigen!
Gebruik in de overgangsperiode
In de overgangsperiode, namelijk bij hogere buiten-
temperaturen of bij plotselinge temperatuurstijgin-
gen, kunnen in bepaalde situaties problemen ont-
staan bij de trek in de schoorsteen (in de kachel),
waardoor de verbrandingsgassen onvoldoende wor-
den afgevoerd. Daarom moet u in de overgangsperi-
ode kleine hoeveelheden brandstof verbranden in de
kachel, zodat bij slechte trek de verbranding en de
trek in de schoorsteen verbeterd kunnen worden
door de regelschuifjes voor de luchtaanvoer open te
zetten. De brandstof verbrandt sneller dankzij de
intensieve vlam, waardoor de trek in de schoorsteen
wordt gestabiliseerd. Om de weerstand in de sintel-
laag te verminderen, moet u de as vaker doorschud-
den.
Asverwijdering
Na een lange brandperiode, en minimaal één keer
per dag, moet u met een pook de as door het rooster
in de aslade laten vallen en deze legen. Dit kunt u het
beste ’s ochtends doen, als de sintels zijn gedoofd
en de kachel relatief koel is. Let erop dat u de aslade
op zijn laatst leegt als hij halfvol is. Zorg ervoor dat de
ashoop niet te hoog wordt en tegen het rooster aan-
komt. Als het rooster verstopt raakt door de ashoop,
kan het beschadigd raken door oververhitting,
omdat er geen lucht bij kan komen om het af te koe-
len.
De asaanslag onder de platen die de hete lucht stu-
ren, kunt u het beste verwijderen met een geschikte
asstofzuiger. In sommige modellen moet u de
bovenste plaat een stukje naar voren schuiven, na
het schoonmaken moet u hem weer terug schuiven
NL
Kaminofen_2.book Seite 65 Mittwoch, 23. März 2016 10:35 10