46
Installatie
WAARSCHUWING elektrische schok
Zorg ervoor dat het toestel is aangesloten op de
aardleiding.
!
Materiële schade
Neem de gegevens op het typeplaatje in acht.
De
aangegeven spanning moet overeenkomen met de
netspanning.
» Sluit de elektrische aansluitkabel aan op de ne-
taansluitklem (zie hoofdstuk “Technische gegevens/
elektriciteitsschema”).
Onderstuk van achterwand monteren
3
L3’
4
L2’
1
L1’
2
L
L
L
NT
C
T-
sol
l
X11
26
_0
2_0
2_
13
48
» Monteer het onderstuk van de achterwand in de
achterwand en klik het onderstuk van de achterwand
vast.
» Lijn het gemonteerde toestel uit door de bevesti-
gingsknevel los te maken, de elektrische aansluiting
en de achterwand uit te lijnen en de bevestigingskne-
vel weer vast te draaien. Als de achterwand van het
toestel niet goed tegen de wand komt, kunt u het toe-
stel onderaan met twee extra schroeven bevestigen.
10.2
Alternatieven voor montage
10.2.1
Elektro-aansluiting onderbouw onder
D
00000
41
89
8
» Monteer de kabeltulle.
!
Materiële schade
Als u per ongeluk een verkeerd gat doorbreekt in
de achterwand, dient u een nieuwe achterwand te
gebruiken.
» Breek het breukpunt voor de kabeltulle uit de achter-
wand. Ontdoe zo nodig scherpe kanten van bramen
met een vijl.
» Verplaats de netaansluitklem in het toestel van
boven naar onder.
» Steek de achterwand over de schroefbouten en de
kabeltulle. Trek de kabeltulle met behulp van een
tang aan de vergrendelhaken in de achterwand tot
beide vergrendelhaken hoorbaar vastklikken.
» Duw de achterwand stevig aan en vergrendel de be-
vestigingsknevel door 90° naar rechts te draaien.
10.2.2
Elektro-aansluiting opbouw
Info
Bij dit aansluitingtype wijzigt de beschermingsgraad
van het toestel.
»
Wijzig het typeplaatje.
Streep de vermelding IP
25 door en kruis het vakje IP 24 aan.
Doe dat
met een balpen.
!
Materiële schade
Als u per ongeluk een verkeerd gat doorbreekt in
de achterwand, dient u een nieuwe achterwand te
gebruiken.
» Snijd of breek de benodigde doorvoer in de ach-
terwand schoon uit (zie het hoofdstuk “Technische
gegevens/afmetingen en aansluitingen” voor de po-
sities). Ontdoe zo nodig scherpe kanten van bramen
met een vijl.
» Leid de elektrische aansluitkabel door de kabeltulle
en sluit deze op de netaansluitklem aan.
10.2.3
Aansluiting van een lastafwerprelais
Plaats een lastafwerprelais bij combinatie met andere
elektrische toestellen, bijvoorbeeld elektrische boiler-
verwarmingstoestellen, in de elektrotechnische installa-
tie. De lastafwerping vindt plaats bij de werking van de
doorstroomer.
!
Materiële schade
Sluit de fase die het lastafwerprelais schakelt, aan
op de gemerkte klem van de netaansluitklem in het
toestel (zie hoofdstuk "Technische gegevens/elek
-
triciteitsschema").
10.2.4
Waterinstallatie opbouw
Info
Bij dit aansluitingtype wijzigt de beschermingsgraad
van het toestel.
»
Wijzig het typeplaatje.
Streep de vermelding IP
25 door en kruis het vakje IP 24 aan.
Doe dat
met een balpen.