De oven kan een vreemde geur en rook afgeven tijdens het voorverwarmen. Zorg ervoor dat de kamer goed
is geventileerd.
7. DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
7.1 Instellen: Verwarmingsfuncties
Stap 1
Draai aan de knop van de verwarmingsfuncties om een verwarmingsfunctie te selecteren.
Stap 2
Draai aan de regelknop om de temperatuur in te stellen.
- ingedrukt houden om de functie in te schakelen: Snel opwarmen. Het is beschikbaar voor sommige oven‐
functies.
7.2 Verwarmingsfuncties
Verwarmingsfunctie Toepassing
Hetelucht
Bakken op maximaal drie rekstanden tegelijkertijd en voedsel drogen. Stel de tempe‐
ratuur 20 tot 40°C lager in dan voor Boven + onderwarmte.
Boven + onderwarmte
Voor het bakken en roosteren op één ovenniveau.
Bevroren gerechten
Om kant-en-klaar-gerechten (bijv. patat, aardappelpartjes of loempia's) krokant te ma‐
ken.
Pizza-functie
Voor het bakken van pizza. Voor intensieve bruining en een krokante bodem.
Onderwarmte
Voor het bakken van taarten met een krokante bodem en het bewaren van voedsel.
Ontdooien
Om voedsel te ontdooien (groenten en fruit). De ontdooitijd is afhankelijk van de hoe‐
veelheid ingevroren voedsel en de grootte daarvan.
12 NEDERLANDS