l
51
3
Als u de kopvulhoeveelheden wilt ver-
anderen, vindt u instructies daarvoor in
de paragraaf „Kopvulhoeveelheid ver-
anderen en opslaan" op pagina 53.
3.3
Koffiemaalhoeveelheid kiezen
0
Druk meermalen op de Toets “Koffie-
maalhoeveelheid” (afbeelding 3, c) tot
de gewenste koffiemaalhoeveelheid
geselecteerd is.
De koffiemaalhoeveelheden worden als
volgt aangegeven:
“Extra licht”
“Licht”
“Normaal”
“Sterk”
“Extra sterk”
3
Om de koffiemaalhoeveelheid niet elke
keer bij het inschakelen van het appa-
raat opnieuw te hoeven kiezen kunt u
de koffiemaalhoeveelheid afhankelijk
van de kopvulhoeveelheid vast opslaan.
Instructies daarvoor vindt u in de para-
graaf „Koffiemaalhoeveelheid verande-
ren en opslaan" op pagina 53.
3.4
Koffie tappen
0
Zet een of twee kopjes onder de kof-
fieuitloop. Door de uitloop omhoog of
omlaag te schuiven kunt u de uitloop-
hoogte optimaal aan de hoogte van uw
kopjes aanpassen om warmteverlies en
koffiespatten te verminderen
(afbeel-
ding 13)
.
0
Druk op de Toets voor 1 kopje koffie
(afbeelding 3, b)
of op de Toets
voor 2 kopjes koffie (afbeelding 3, a)
. Bij het tappen van 2 kopjes koffie
worden de ingestelde waarden voor de
koffiemaalhoeveelheid en de kopvul-
hoeveelheid verdubbeld.
De koffie wordt gezet.
3
Bij het zetten van de koffie wordt de
gemalen koffie bij het voorkoken eerst
met een kleine hoeveelheid water
vochtig gemaakt. Na een korte pauze
volgt dan het eigenlijke zetten van de
koffie.
0
U kunt de afgifte van de koffie op elk
gewenst moment voortijdig afbreken
door de eerder ingedrukte koffiezet-
toets nog eens kort in te drukken.
4
Koffie zetten met poeder
Met deze functie kunt u reeds gemalen
koffie, b.v.
cafeïnevrije koffie,
gebrui-
ken.
Let erop dat u alleen de bijgeleverde
maatlepel gebruikt en nooit meer dan
2 afgestreken maatlepels poeder in de
schacht doet.
1
Attentie! Vergewis u ervan dat er geen
poeder in de schacht achtergebleven is
en er mogen ook geen vreemde ele-
menten in de schacht komen.
De vul-
schacht
is geen voorraadreservoir, het
poeder moet direct naar de koffiezet-
eenheid gaan.
1
Geen in water oplosbare of gevries-
droogde instantproducten en ook geen
andere soorten drankpoeder in de
schacht doen. Te fijne poedersoorten
kunnen tot verstoppingen leiden.
4.1
Poederschacht vullen
0
Draai het bonenreservoir in de stand
“Poeder”
(afbeelding 14)
. Het
mechanisme wordt ingesteld, alle indi-
catielampjes voor de koffiemaalhoe-
veelheden branden (afbeelding 3, c).
3
Bij het maken van koffie met poeder is
de functie “Koffiemaalhoeveelheid”
buiten werking. Dit wordt aangegeven
door het branden van alle lampjes
(afbeelding 15)
.
0
Open het deksel van de poederschacht,
doe de verse poeder erin
(afbeelding 16)
.
Tijdens het zetten geen poeder erin
doen. Pas na afloop van het complete
Summary of Contents for CF 2..
Page 2: ...2 1 D B L H K F A E C N I O J G M ...
Page 3: ...3 2 3 T P R U Q S j b c d f i k g h a e ...
Page 4: ...4 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 a b ...
Page 5: ...5 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 3 sec 1 2 1 2 1 2 ...
Page 6: ...6 27 28 29 30 32 31 33 1 2 3 1 3 ...
Page 7: ...7 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 1 2 2 3 3 max max max max ...
Page 8: ...8 ...