De vaatwasser moet op een lage
temperatuur en een korte cyclus worden
ingesteld. De vetfilter kan verkleuren,
maar dat heeft geen invloed op de
prestaties van het apparaat.
5. Voer de eerste twee stappen in
omgekeerde volgorde uit om de filters
terug te plaatsen.
Herhaal de stappen voor alle filters indien van
toepassing.
6.3 De koolfilter vervangen
De koolfilter moet worden vervangen als het
filteralarm brandt.
Raadpleeg het gedeelte over
filtermelding in het hoofdstuk “Dagelijks
gebruik” voor meer informatie over de
functie.
WAARSCHUWING!
De koolfilter is NIET afwasbaar! De filter
kan niet worden geregenereerd!
Om de koolfilter te vervangen:
1. Haal de vetfilters uit het apparaat.
Zie "De vetfilter reinigen" in dit hoofdstuk.
2. Draai de filter linksom (1) en trek
vervolgens (2).
1
2
Voer de stappen in omgekeerde volgorde uit
om de filters terug te plaatsen.
In ieder geval moeten de filters ten minste om
de vier maanden worden vervangen.
6.4 Het lampje vervangen
Dit apparaat wordt geleverd met een LED-
lamp en een apart bedieningsmechanisme
(LED-driver). Deze onderdelen kunnen alleen
door een technicus worden vervangen.
Raadpleeg in geval van storingen "Service" in
het hoofdstuk "Veiligheidsinstructies".
7. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
7.1 Wat te doen als...
Probleem
Mogelijke oorzaak
Oplossing
Je kunt het apparaat niet inschake‐
len.
Het apparaat is niet aangesloten op
een stroomvoorziening of het is ver‐
keerd aangesloten.
Controleer of het apparaat goed is
aangesloten op de elektriciteitsvoor‐
ziening.
Je kunt het apparaat niet inschake‐
len.
De zekering is doorgeslagen.
Verzeker je ervan dat de zekering
de oorzaak van de storing is. Als de
zekeringen keer op keer doorslaan,
neem je contact op met een erken‐
de installateur.
De lamp werkt niet.
De lamp is defect.
Vervang de lamp. Zie het hoofdstuk
“Onderhoud en reiniging”.
Het apparaat absorbeert niet ge‐
noeg dampen.
De motorsnelheid is niet voldoende
voor de optredende dampen.
Wijzig de snelheid van de motor.
182