• Leg lichte voorwerpen in de bovenste
korf. Zorg ervoor dat de voorwerpen
niet verschuiven.
• Zorg er voor dat de sproeiarmen vrij
kunnen ronddraaien voordat u een
programma start.
8.3
Met behulp van zout,
glansmiddel en afwasmiddel
• Gebruik alleen zout, glansmiddel en
afwasmiddel voor afwasautomaten.
Andere producten kunnen het appa-
raat beschadigen.
• Het glansmiddel helpt om tijdens de
laatste spoelfase het servies te drogen
zonder strepen en vlekken.
• Gecombineerde afwastabletten bevat-
ten vaatwasmiddel, glansmiddel en
andere middelen. Zorg ervoor dat de-
ze tabletten geschikt zijn voor de wa-
terhardheid in uw omgeving. Zie de
instructies op de verpakking van de
producten.
• Vaatwastabletten worden bij korte
programma's niet helemaal opgelost.
Wij bevelen u aan de tabletten alleen
bij lange programma's te gebruiken,
om restjes afwasmiddel op uw servies-
goed te voorkomen.
Gebruik niet meer dan de juiste
hoeveelheid vaatwasmiddel. Zie
de instructies van de vaatwas-
middelfabrikant.
8.4
Voor het starten van een
programma
Controleer of:
• De filters schoon zijn en correct zijn
geplaatst.
• De sproeiarmen niet zijn verstopt.
• De positie van de items in de mandjes
correct is.
• Het programma van toepassing is op
het type lading en de mate van bevui-
ling.
• De juiste hoeveelheid afwasmiddel is
gebruikt.
• Er regenereerzout en glansmiddel is
toegevoegd (tenzij u gecombineerde
afwastabletten gebruikt).
• De dop van het zoutreservoir goed
dicht zit.
9.
ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Schakel het apparaat uit en trek
de stekker uit het stopcontact
voordat u onderhoudshandelin-
gen verricht.
Vuile filters en verstopte sproei-
armen verminderen de wasresul-
taten.
Controleer regelmatig de filters
en reinig deze zo nodig.
9.1
De filters reinigen
C
B
A
1.
Draai het filter (
A
) linksom en verwij-
der het.
NEDERLANDS
13