Aansluiting op het elektriciteitsnet
• Aard het apparaat volgens de veiligheidsmaatregelen.
• Zorg ervoor dat het nominale voltage en het type vermogen op het typeplaatje overeen
-
komen met het voltage en het vermogen van de stroomvoorziening in uw woning.
• Dit apparaat wordt geleverd met een netsnoer. Dit moet zijn voorzien van een geschikte
stekker, die geschikt is voor de belasting die vermeld is op het identificatieplaatje. De
stekker moet in een geschikt stopcontact worden gestoken.
• Alle elektrische onderdelen moeten worden geïnstalleerd of worden vervangen door een
technicus van de service-afdeling of door gekwalificeerd onderhoudspersoneel.
• Gebruik altijd een correct geïnstalleerd, schokbestendig stopcontact.
• Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is.
• Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker.
• Het apparaat moet niet worden aangesloten op een verlengsnoer, een adapter of een
meervoudige aansluiting (brandgevaar). Controleer of de aarding conform de normen en
regelgeving is.
• De stroomkabel moet zo worden geplaatst dat er geen contact wordt gemaakt met een
heet oppervlak.
• Sluit het apparaat op de netvoeding aan met behulp van een voorziening waarmee het
apparaat kan worden losgekoppeld van de alle polen van de netvoeding, met een contac
-
topening van minimaal 3 mm breed, b.v. een automatische beschermende stroomonder
-
breker, aardlekschakelaars of een zekering.
• Geen enkel deel van de aansluitkabel mag een temperatuur van 90°C bereiken. De blau
-
we neutrale draad moet worden aangesloten op de eindklem gemarkeerd met "N". De
bruine (of zwarte) fasedraad (gemonteerd in het contact van de eindklem gemarkeerd
met "L") moet altijd worden aangesloten op de fase van het voedingsnet.
Vervanging van het aansluitsnoer
Gebruik om de aansluitkabel te vervangen alleen het type H05V2V2-F T90 of een gelijksoor
-
tig type. Zorg ervoor dat de doorsnede van het snoer geschikt is voor het voltage en de
bedrijfstemperatuur. De geel/groene aardedraad moet ongeveer 2 cm langer zijn dan de
bruine (of zwarte) fasedraad.
Montage
40-50 mm
55 mm
30 mm
min. 650 mm
490 mm
min. 100 mm
270 mm
Voordat u het apparaat installeert in de uitsparingsruimte, dient u het afdichtingsrubber op
de rand van de uitsparing te plaatsen. Het afdichtingsrubber wordt bij het apparaat gele
-
verd. Het voorkomt dat lekkage in de onderliggende ruimte druppelt.
Montage
7