• Gebruik alleen de Voedselsensor die
aanbevolen wordt voor de kookplaat, één
tegelijkertijd.
• Gebruik het niet als het defect of
beschadigd is.
• Gebruik de Voedselsensor niet in de oven
of magnetron.
• De Voedselsensor kan temperaturen tot
120 °C aflezen.
• Zorg ervoor dat de Voedselsensor altijd in
het eten of in de vloeistof tot aan de
markering van het minimumniveau zit.
• Reinig de Voedselsensor voor het eerste
gebruik. Gebruik alleen neutrale
schoonmaakmiddelen. Gebruik geen
schuurmiddelen, schuursponsjes,
oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
Was de Voedselsensor niet in de
vaatwasser. De siliconen handgreep kan
verkleuren, wat geen effect heeft op de
werking van de Voedselsensor.
• Gebruik de originele verpakking om de
Voedselsensor op te slaan.
• Als u de Voedselsensor vervangt, bewaar
dan de oude op minimaal 3 m afstand. De
oude Voedselsensor kan de werking van
de nieuwe beïnvloeden.
2.5 Onderhoud en reiniging
• Reinig het apparaat regelmatig om te
voorkomen dat het materiaal van het
oppervlak achteruitgaat.
• Schakel het apparaat uit en laat het
afkoelen voordat u het schoonmaakt.
• Gebruik geen waterstralen en stoom om
het apparaat te reinigen.
• Maak het apparaat schoon met een
vochtige zachte doek. Gebruik alleen
neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik
geen schuurmiddelen, schuursponsjes,
oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
2.6 Service
• Neem contact op met de erkende
servicedienst voor reparatie van het
apparaat. Gebruik alleen originele
reserveonderdelen.
• Met betrekking tot de lamp(en) in dit
product en reservelampen die afzonderlijk
worden verkocht: Deze lampen zijn
bedoeld om bestand te zijn tegen extreme
fysieke omstandigheden in huishoudelijke
apparaten, zoals temperatuur, trillingen,
vochtigheid, of zijn bedoeld om informatie
te geven over de operationele status van
het apparaat. Ze zijn niet bedoeld voor
gebruik in andere toepassingen en zijn
niet geschikt voor verlichting in
huishoudelijke ruimten.
2.7 Verwijdering
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of verstikking.
• Voor informatie over het afvoeren van het
apparaat dient u contact op te nemen met
uw dealer, de door de fabrikant
geautoriseerde of uw plaatselijke
afvalverwerker.
• Haal de stekker uit het stopcontact.
• Snijd het netsnoer vlak bij het apparaat af
en gooi het weg.
3. INSTALLATIE
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
3.1 Voor montage
Voordat u de kookplaat installeert, dient u de
onderstaande informatie van het typeplaatje
te noteren. Het typeplaatje bevindt zich
onderop de kookplaat.
Serienummer ...........................
3.2 Ingebouwde kookplaten
Inbouwkookplaten mogen alleen worden
gebruikt nadat zij ingebouwd zijn in geschikte
inbouwunits of werkbladen die aan de
normen voldoen.
70
NEDERLANDS