5. VOORAFGAAND AAN HET EERSTE GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
5.1 Gebruik van het display
• Alleen de symbolen met
achtergrondverlichting kunnen worden
gebruikt.
• Om een bepaalde optie te activeren, tikt u
op het desbetreffende symbool op het
display.
• De geselecteerde functie wordt
ingeschakeld als u uw vinger van het
display verwijdert.
• Gebruik een snelle aanraking om door de
beschikbare opties te bladeren of sleep
uw vinger over het display. De snelheid
van de aanraking bepaalt hoe snel het
scherm beweegt.
• Het scrollen kan zelf stoppen of u kunt het
direct stoppen als u het display aanraakt.
• U kunt de meeste van de op het display
weergegeven parameters wijzigen
wanneer u tikt op de relevante symbolen.
• Om de vereiste functie of tijd te selecteren
kunt u door de lijst bladeren en/of de
gewenste optie aanraken.
• Als de kookplaat actief is en een aantal
symbolen verdwijnen van het display,
raak het display dan opnieuw aan. Alle
symbolen komen weer terug.
• Voor bepaalde functies verschijnt bij het
opstarten een pop-upvenster met
aanvullende informatie. Om het pop-
upvenster permanent uit te schakelen,
controleert u voordat u de functie
activeert.
• Selecteer eerst een zone om de
timerfuncties te activeren.
Symbolen nuttig voor displaynavigatie
De selectie of instelling bevestigen.
Om één niveau terug/verder te gaan in het
Menu.
Symbolen nuttig voor displaynavigatie
Om omhoog/omlaag te scrollen in de instruc‐
ties op het display.
Om de opties te activeren/deactiveren.
Om het pop-upvenster te sluiten.
Om een instelling te annuleren.
5.2 Eerste aansluiting op het
elektriciteitsnet
Als u de stekker van de kookplaat in het
stopcontact steekt, dan moet u Taal,
Helderheid display en Geluidsvolume.
instellen.
U kunt de instelling wijzigen in Menu >
Instellingen > Instelling. Zie "Dagelijks
gebruik".
5.3 Voedselsensor kalibratie
Voordat je de Voedselsensor gaat gebruiken,
moet u deze kalibreren om ervoor te zorgen
dat de temperatuurmetingen correct zijn.
Zodra de Voedselsensor goed gekalibreerd
is, meet hij de temperatuur op het kookpunt
met een tolerantiebereik van + /- 2 °C.
Volg deze procedure wanneer:
• u de kookplaat voor de eerste keer
installeert;
• u de kookplaat naar een andere locatie
verplaatst (wijziging van hoogte);
• u de Voedselsensor vervangt.
Gebruik een pot met een
bodemdiameter van 180 mm en
vul deze met 1 - 1,5 l water. Doe
geen zout in het water, dit kan
de procedure beïnvloeden.
1. Om de functie te kalibreren of opnieuw te
kalibreren, plaatst u de Voedselsensor op
de rand van een pot. Vul de pot met koud
water, ten minste tot de markering van
NEDERLANDS
75