U kunt de Voedselsensor langs de rand
van de pot bewegen als de verbinding niet
tot stand komt.
• U kunt de pot gedeeltelijk bedekken met
een deksel.
• Als u de kookzone links vooraan gebruikt,
plaats dan geen grote potten op de
kookzone links achteraan. Grote potten
op de kookzone links achteraan kunnen
het signaal blokkeren. Verplaats de grote
pot naar de kookzone rechts achteraan
Voor vaste levensmiddelen
(kerntemperatuurmeting)
• Plaats de Voedselsensor door het dikste
deel van het voedsel, tot aan de
markering van het minimumniveau. Het
meetpunt moet zich in het centrale deel
van de portie bevinden.
• Zorg ervoor dat de Voedselsensor stevig
in het voedsel zit. De metalen delen van
de Voedselsensor mogen de wanden van
de pot/pan niet raken. De haak van de
handgreep moet naar beneden wijzen.
• Voor vlees/vis met een dikte van 2 - 3 cm
moet de punt van de Voedselsensor de
bodem van de pan bereiken.
• Verwijder de Voedselsensor voordat u het
voedsel omdraait.
• Zorg er bij het gebruik van een plancha
voor dat de handgreep van de
Voedselsensor aan de rechterkant blijft,
buiten het oppervlak ervan. Zie de
illustratie hieronder.
7.7 Koken bij lage temperaturen -
voedselveiligheidsprincipes
Zorg ervoor dat u zich houdt aan de
volgende instructies bij het koken bij lage
temperaturen, bijv. Sous-vide
• Was/desinfecteer uw handen voordat u
voedsel bereidt. Gebruik
wegwerphandschoenen.
• Gebruik alleen vers voedsel van hoge
kwaliteit, dat bewaard werd in geschikte
omstandigheden.
• Was en schil groenten en fruit altijd
grondig.
• Houd uw werkblad en snijplanken schoon.
Gebruik verschillende snijplanken voor
verschillende soorten voedsel.
• Besteed speciale aandacht aan
voedselhygiëne bij het bereiden van
gevogelte, eieren en vis. Gevogelte moet
altijd worden bereid bij een temperatuur
van ten minste 65 °C gedurende ten
minste 50 minuten.
• Zorg ervoor dat de vis die u wilt bereiden
met het gebruik van Sous-vide de
NEDERLANDS
87