Probleem
Mogelijke oorzaak
Oplossing
Pauze is in werking.
Raadpleeg ‘Dagelijks gebruik’.
Het display reageert niet op de aan‐
raking.
Een gedeelte van het display is be‐
dekt, of de pannen zijn te dicht bij
het display geplaatst.
Er is wat vloeistof of een object op
het scherm.
Verwijder de voorwerpen. Plaats de
pannen verder van het display.
Reinig het scherm, wacht tot het ap‐
paraat is afgekoeld. Trek de stekker
van de kookplaat uit het stopcon‐
tact. Steek de stekker van de kook‐
plaat er na 1 minuut weer in.
Er klinkt een geluidssignaal en de
kookplaat wordt uitgeschakeld.
Als de kookplaat wordt uitgescha‐
keld, klinkt er een geluidssignaal.
Je hebt iets op een of meer sensor‐
velden geplaatst.
Verwijder het voorwerp van de sen‐
sorvelden.
De kookplaat wordt uitgeschakeld.
Je hebt iets op het sensorveld
geplaatst.
Verwijder het voorwerp van het sen‐
sorveld.
De restwarmte-indicator gaat niet
aan.
De zone is niet heet, omdat hij
slechts kortstondig is bediend of de
sensor onder het kookplaatopper‐
vlak beschadigd is.
Als de zone voldoende lang gebruikt
is om heet te zijn, neem je contact
op met een erkende servicedienst.
Na het activeren van Kook- En Bak‐
assistent begint de kookplaat op te
warmen, waarna de kookplaat stopt
en opnieuw begint.
Dit is een veiligheidscontrole om er‐
voor te zorgen dat de Voedselsen‐
sor in een pot zit waarvoor de Kook-
En Bakassistent-functie is geacti‐
veerd.
Het is een normale procedure, het
geeft geen storing aan.
U kunt de hoogste warmte-instelling
niet activeren.
Een andere zone is al ingesteld op
de hoogste warmte-instelling.
Verminder eerst het vermogen van
de andere zone.
De sensorvelden worden heet.
De pan is te groot of je plaatst deze
te dicht bij de bedieningsknoppen.
Plaats grotere pannen indien moge‐
lijk op de achterste kookzones.
Het display geeft aan dat de Voed‐
selsensor niet gevonden is.
De positie van de Voedselsensor is
onjuist.
Iets blokkeert het signaal (bijv. be‐
stek, een handvat van een pan of
een andere pot).
Positioneer de Voedselsensor cor‐
rect. Zie 'Aanwijzingen en tips'.
Verwijder metalen voorwerpen of
andere voorwerpen die het signaal
kunnen blokkeren.
Het scherm toont dat de tempera‐
tuur van het water hoger is dan
100 °C.
Je hebt de Voedselsensor niet ge‐
kalibreerd of je deed dit niet goed.
U verplaatste de kookplaat naar een
andere locatie.
Kalibreer de Voedselsensor op‐
nieuw. Raadpleeg "Kalibreren".
Mogelijk moet u ook controleren of
de kalibratiecode juist is. Raadpleeg
"Koppelen".
U hebt teveel zout in het water ge‐
daan.
Voeg geen zout toe aan kokend wa‐
ter.
De temperatuur is niet zichtbaar op
het scherm.
Het display toont een waarschu‐
wingspictogram.
De Voedselsensor heeft geen ver‐
binding gemaakt met de kookplaat
omdat de sterkte van het signaal te
laag is.
Plaats de Voedselsensor dicht bij de
antenne op het oppervlak van de
kookplaat, in de buurt van het mid‐
den van de kookplaat. Zie 'Aanwij‐
zingen en tips'.
Iets bedekt de Voedselsensor of de
antenne op het oppervlak van de
kookplaat, bijvoorbeeld een stuk
metalen bestek.
Verwijder alles dat de antenne be‐
dekt. Zorg ervoor dat u kookgerei in
het midden van de kookzone
plaatst. Zie 'Aanwijzingen en tips'.
92
NEDERLANDS