11.
PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
11.1
Problemen oplossen
Probleem
Mogelijke oorzaak
oplossing
Het apparaat werkt
niet.
Het apparaat is uitgeschakeld.
Schakel het apparaat in.
Het apparaat werkt
niet.
De stekker zit niet in het stop-
contact.
Sluit het apparaat aan op het
stroomnet.
Het apparaat werkt
niet.
De zekering in de zekeringkast
is doorgebrand.
Controleer de zekering. Als de
zekering meer dan een keer
doorslaat, raadpleegt u een
bevoegde elektricien.
Het apparaat werkt
niet.
De deur is niet goed gesloten.
Zorg ervoor dat de deur niet
wordt geblokkeerd.
Het lampje brandt
niet.
Het lampje is stuk.
De lamp moet worden vervan-
gen.
Op het display ver-
schijnt .
Het kinderslot is actief.
Deactiveer het kinderslot. Houd
3 seconden ingedrukt.
Er ontstaan vonken in
de ovenruimte.
Er zitten metalen schalen of ser-
vies met een metalen randje in
het apparaat.
Haal het servies uit het appa-
raat.
Er ontstaan vonken in
de ovenruimte.
Er zit metalen bestek of alumi-
niumfolie dat de binnenwanden
raakt in het apparaat.
Zorg ervoor dat het bestek en
de folie de binnenwanden niet
raakt.
Het draaiplateau
maakt een krassend
of schurend geluid.
Er zit vuil of iets anders onder
het glazen draaiplateau.
Controleer het gedeelte onder
het glazen draaiplateau.
Het apparaat stopt
met werken zonder
duidelijke reden.
Er is een storing.
Bel de klantenservice als deze
situatie blijft bestaan.
11.2
Onderhoudsgegevens
Als u niet zelf het probleem kunt
verhelpen, neem dan contact op met uw
verkoper of de serviceafdeling.
De contactgegevens van het
servicecentrum staan op het typeplaatje.
Het typeplaatje bevindt zich op het
apparaat. Verwijder het typeplaatje niet
van het apparaat.
NEDERLANDS
33