7.2
De deur sluiten
1.
Maak de afdichtingen van de deur
schoon.
2.
Stel de deur, indien nodig, af. Raad-
pleeg "Montage".
3.
Vervang, indien nodig, de defecte
deurafdichtingen. Neem contact op
met de klantenservice.
8.
MONTAGE
WAARSCHUWING!
Lees voor uw eigen veiligheid en
correcte werking van het appa-
raat eerst de "veiligheidsinforma-
tie" aandachtig door, alvorens
het apparaat te installeren.
8.1
Opstelling
Installeer dit apparaat op een plaats
waar de omgevingstemperatuur over-
eenkomt met de klimaatklasse die ver-
meld is op het typeplaatje van het appa-
raat:
Kli-
maat-
klasse
Omgevingstemperatuur
SN
+10°C tot + 32°C
N
+16°C tot + 32°C
ST
+16°C tot + 38°C
T
+16°C tot + 43°C
8.2
Locatie
A
B
100 mm min
20 mm
Het apparaat moet ver van hittebronnen,
zoals radiatoren, boilers, direct zonlicht
enz., vandaan worden geïnstalleerd.
Zorg er voor dat de lucht vrij kan circule-
ren aan de achterkant van de kast. Als
het apparaat onder een wandkast wordt
geplaatst, moet de minimale afstand tus-
sen de bovenkant van de kast en de
wandkast ten minste 100 mm bedragen
om optimale prestaties te garanderen.
Voor de beste prestatie kunt u het appa-
raat echter beter niet onder een wand-
kast zetten. De afstelbare voetjes aan de
onderkant van het apparaat garanderen
een nauwkeurig horizontale uitlijning.
WAARSCHUWING!
De stroomtoevoer aan het appa-
raat moet verbroken kunnen wor-
den; de stekker moet daarom na
de installatie gemakkelijk toe-
gankelijk zijn.
NEDERLANDS
15