5
8
6 INSTALLATIE
6.1
Het basisstation aansluiten (zie P5)
t
Sluit het netsnoer en telefoonsnoer aan op het basisstation.
t
Steek de netvoedingsadapter in een stopcontact van 230 V AC /
5
0 Hz
en het telefoonsnoer in de telefooncontactdoos.
Waarschuwing:
Gebruik alleen de meegeleverde adapter. Andere adapters kunnen
risico‘s inhouden of de telefoon beschadigen.
Plaats het basisstation op een plek waar u de netsnoerstekker kunt
aansluiten op een gemakkelijk toegankelijk stopcontact, zodat u hem
wanneer nodig snel kunt uittrekken. Probeer nooit het netsnoer te
verlengen.
Opmerking:
Het basistoestel heeft een stopcontact nodig om normaal te functioneren,
niet alleen om de batterijen van de handset op te laden.
6.2
De batterijen plaatsen en opladen (zie P3)
t
Plaats de twee meegeleverde batterijen conform de
polariteitsaanduidingen in het batterijcompartiment. Gebruik enkel de
bij de telefoon geleverde, oplaadbare NiMH-batterijen.
t
Plaats de afdekking van het batterijcompartiment over de batterijen en
schuif ze omhoog tot ze klikt.
t
Plaats de handset op het basistoestel en laad hem gedurende 1
5
uur op
alvorens u de handset voor het eerst gebruikt.
>De handset piept kort wanneer hij correct op het basisstation of de
lader is geplaatst.
7
BEDIENING VAN DE TELEFOON
7.1 Telefoneren
7.1.1 Voorkiezen
t
Voer het telefoonnummer in en druk op om verbinding te maken en
het nummer te bellen.
>Als u bij de invoer van het nummer een fout maakt, druk dan op „ “(
) om cijfers te wissen.