46
Vertaling van de originele gebruikershandleiding
46
– veiligheidsinrichtingen (inschakelingshendel,
veiligheidsafdekkingen) en/of de maai-inrichting
beschadigd of versleten zijn;
– het apparaat zichtbare schade heeft;
– het apparaat eens gevallen is.
Zet de veiligheidsinrichtingen nooit buiten gebruik.
Controleer het maaioppervlak alvorens met het maai-
en te beginnen om beschadiging van het apparaat
door voorwerpen of letsel van levende wezens te voor-
komen. Hierbij dient men stenen, stukken hout, dra-
den en vergelijkbare andere vreemde bestanddelen te
verwijderen. De door het maaimes gegrepen voorwer-
pen kunnen op ongecontroleerde wijze uit het appa-
raat worden geslingerd. Houd derden uit de nabijheid
van het gevarenbereik.
Draag tijdens het maaien geschikte werkkleding,
zoals stevige schoenen, lange broek en eventueel
handschoenen. Gebruik de grasmaaier niet met blote
voeten of lichte sandalen.
Het apparaat kan ernstig letsel veroorzaken! U bent
voor de veiligheid van het werkgebied verantwoorde-
lijk.
Let op, verwondingsgevaar door roterend
maaimes!
– Start het apparaat nooit in gekantelde stand - dit
kan ernstig letsel veroorzaken! Voor de aanloop in
hoog gras dient u de aanwijzingen in hoofdstuk
"Zo maait u goed" op te volgen.
– Handen en voeten nooit in de nabijheid van het rote-
rende maaimes brengen. Dit kan ernstig letsel ver-
oorzaken! Houd altijd uw handen en voeten op een
voldoende afstand van het maaimes. Maaimessen
lopen na.
– Til het apparaat nooit met draaiende motor op.
Dit kan ernstig letsel veroorzaken. Schakel de motor
uit en verwijder de stroomonderbreker wanneer u
het apparaat naar en van het werkoppervlak moet
transporteren resp. het apparaat moet kantelen.
Let op, verwondingsgevaar door rondvliegende
delen!
Start of activeer het apparaat niet wanneer de
multifunctiebox voor de grasopvangbak geopend is of
wanneer derden zich binnen het gevarengebied
ophouden.
Start of activeer het apparaat zoals beschreven is in
de gebruikshandleiding.
De veiligheids-inschakelingshendel en/of de veilig-
heids-ontgrendelingsknop mag nooit geblokkeerd
resp. kortgesloten worden.
Maai uitsluitend bij daglicht of bij voldoende kunst-
matige verlichting.
Gebruik het apparaat nooit in de regen of in een voch-
tige of natte omgeving.
Gebruik de grasmaaier nooit wanneer er personen,
vooral kinderen of dieren, in de buurt zijn!
Let bij het maaien altijd op een veilige en vaste stand,
ook op hellingen.
Niet op te steile hellingen maaien.
Duw het apparaat uitsluitend in looptempo.
Let op, verwondingsgevaar bij het per ongelijk
inschakelen!
Het per ongeluk inschakelen kan tot
ernstig letsel leiden. Om dit te vermijden, verwijdert u
de stroomcircuitonderbreker wanneer:
– u het apparaat zonder toezicht laat staan;
– bij onderhoud, controle of reiniging van het
apparaat;
– bij het plaatsen van de accu;
– het apparaat bedrijfsstoringen aangeeft.
Veiligheidsaanwijzingen voor onderhoud en reini-
ging van het apparaat
Om onderhouds- en reinigingswerkzaamheden uit te
voeren, dient u de stroomcircuitonderbreker te ver-
wijderen.
Controleer regelmatig het maaimes op beschadigin-
gen en houd het in goede staat. Stompe, gebogen of
beschadigde maaimessen overbelasten het apparaat.
Laat regelmatige onderhoudswerkzaamheden door
de klantendienst van de fabrikant of door de bevoeg-
de specialist uitvoeren.
Controleer de grasopvangbak regelmatig op slijtage
en vervormingen.
Controleer na uitvoering van onderhoud of reparatie
dat alle schroeven, bouten, moeren en veiligheidsin-
richtingen goed vastzitten resp. zijn aangedraaid.
Veiligheidsaanwijzingen voor de omgang met het
oplaadapparaat en de accu
De stroomspanning moet met de stroomgegevens
(V~) op het typeplaatje van het oplaadapparaat over-
eenkomen!
Let op, verwondingsgevaar door elektrische
schokken, zowel als brand- en explosiegevaar!
Om levensgevaarlijke situaties te voorkomen:
– moet voor elk gebruik het oplaadapparaat, laadstekker
en stroomstekker in perfecte
– moet een beschadigd oplaadapparaat onmiddellijk
worden vervangen. De accu uitsluitend met het ori-
ginele
– moet het oplaadapparaat en de accu voor hitte en
vochtig heid worden beschermd;
– mag het oplaadapparaat en de accu niet in vloeistof
worden gedompeld;
– mag het apparaat
uitsluitend
met de originele
lithiumionen accu worden gebruikt;
– mag het oplaadapparaat uitsluitend voor het laden
van originele lithiumionen accu's worden gebruikt;