49
NL
474 184_a
49
Het opladen is beëindigd wanneer de laadindicator op
het oplaadapparaat groen oplicht. Haal na het opladen
eerst de stekker van het oplaadapparaat uit het stopcon-
tact en pas dan de laadstekker uit de accu
.
De laadtijd bij een volle oplading bedraagt circa
4,5 uur.
Voorbereiding voor de
ingebruikneming
Het apparaat is af fabriek met uitzondering van
accu
19
compleet gemonteerd.
Duwboom plaatsen
Afb.
B
–
D
B
Open de vergrendeling
11
om de duwboom
1
te
ontgrendelen.
C
Klap de duwboom
1
in een stand waarin u het appa-
raat ergonomisch goed kunt bedienen. 6 rasterin-
gen en hiermee 6 verschillende hoogtes zijn moge-
lijk.
D
Vergrendel de duwboom
1
in de gekozen rastering
5
door beide spangrepen
7
aan beide zijden hand-
matig aan te trekken.
Let er hierbij op dat vertandingen correct in elkaar
grijpen.
Accu plaatsen
Let op, verwondingsgevaar door
roterend en scherp maaimes!
Afb.
E
–
G
E
Open de afsluitdeksel
17
van de accu. Druk hiervoor
1 x licht op de deksel (zie afbeelding).
Let erop dat de contactstekker
20
droog en vrij van
vuil blijft. Gebruik bij het plaatsen van de accu
19
geen kracht.
F
Schuif de accu
19
met lichte druk tot aan de aanslag
in de accuschacht
18
. De contactbus van de accu
moet hierbij vast in de contactstekker
20
van het
apparaat zitten.
G
Sluit de afsluitdeksel
17
van de accu. Deze is bij een
correcte plaatsing van de accu gemakkelijk te slui-
ten. De afsluitdeksel
17
van de accu vergrendelt zich
met een "klik".
Instellen van de maaihoogte
Let op, verwondingsgevaar door roterend
maaimes!
Maaihoogte uitsluitend bij uitgescha-
kelde motor instellen. Maaihoogte uitsluitend zo
laag instellen dat het maaimes bij ongelijke
ondergronden de grond niet raakt.
Plaats het apparaat op een stevige en vlakke
ondergrond.
Afb.
H
De maaihoogte is met de maaihoogteverstelling
15
in
zeven trappen verstelbaar.
H
Om de maaihoogte in te stellen, kantelt u het appa-
raat licht met de voorste behuizingsgreep
10
. Trek de
maaihoogteverstelling
15
uit de rastering, verschuif
deze
15
in de gewenste stand en vervolgens opnieuw
in de rastering.
Voor een comfortabele bediening heeft de maai-
hoogteverstelling
15
een veermechanisme.
De schaalindeling aan de maaihoogteverstelling
15
geeft
de benaderde maaihoogte aan:
Trap 1*
= 1,6 cm
Trap 2
= 2,5 cm
Trap 3
= 3 cm
Trap 4
= 4 cm
Trap 5
= 5 cm
Trap 6
= 6 cm
Trap 7
= 7 cm
*
deze stand is uitsluitend voor siergras en zeer effen
oppervlakken geschikt.
Ingebruikneming
Voor uw veiligheid
Volg onvoorwaardelijk de
"Algemene veiligheidsaan-
wijzingen"
op en de
"Veiligheidsaanwijzingen voor
de bediening van het apparaat"
van hoofdstuk
"Belangrijke veiligheidsaanwijzingen"
.
Opgelet, apparaatbescherming!
Controleer dat de grasopvangbak
9
geplaatst is.
max. 45 °C
STOP