456877_c
51
Veiligheidsinstructies
ventilatie-openingen vrijhou-
den en de oplader niet afdek-
ken.
■
Voor het aansluiten van de
oplader controleren of de in
de technische gegevens ver-
melde netspanning beschik-
baar is.
■
Het netsnoer uitsluitend ge-
bruiken voor het aansluiten
van de oplader, niet voor an-
dere doeleinden. De oplader
niet aan het netsnoer optillen,
en de stekker niet door trek-
ken aan het snoer uit het
stopcontact trekken.
■
Het netsnoer beschermen te-
gen hitte, olie en scherpe kan-
ten, zodat het niet beschadigd
raakt.
■
De oplader en accu niet vuil of
nat gebruiken. Voor gebruik
de oplader en de accu reini-
gen en drogen.
■
Oplader en accu niet openen.
Er bestaat gevaar voor elek-
trocutie en kortsluiting.
■
Laat de oplader voor uw per-
soonlijke veiligheid alleen re-
pareren door gekwalificeerd
gespecialiseerd personeel dat
gebruik maakt van originele
reserveonderdelen.
■
Ongebruikte oplader opslaan
op een droge en afgesloten
plaats. Onbevoegde personen
en kinderen mogen geen toe-
gang hebben tot de oplader.
3.9
Veiligheidsinstructies
voor de bediening
Houd er rekening mee dat de
gebruiker verantwoordelijk is
voor ongevallen en schade, die
andere personen of hun eigen-
dommen kunnen betreffen.
■
Laat een gebruiksklaar appa-
raat nooit onbewaakt achter.
■
Trek de veiligheidssleutel in
volgende gevallen uit:
■
als het apparaat uitgescha-
keld en/of zonder toezicht
is. Het onbedoeld inscha-
kelen van het apparaat kan
tot ernstig letsel leiden.
■
vóór het inspecteren,
schoonmaken en onder-
houden
■
vóór het plaatsen van de
accu
■
bij storingen en abnormale
trillingen
■
vóór het oplossen van blok-
keringen en verstoppingen
zoals bij het verwijderen
van gemaaid materiaal
■
bij contact met gevaarlijke
voorwerpen en vreemde
objecten
■
Til het apparaat nooit op met
een draaiende motor.