NL
56
4237 Li P | 4237 Li SP | 4757 Li SP | 4757 Li VS
Onderhoud en verzorging
■
Wind en zon kunnen het gazon na het maai-
en uitdrogen, daarom laat in de namiddag
maaien.
8
ONDERHOUD EN VERZORGING
VOORZICHTIG!
Gevaar voor snijletsel
Gevaar voor snijletsel bij het grijpen in
het draaiende maaiwerk.
■
Vóór alle onderhouds- en reinigings-
werkzaamheden: schakel het appa-
raat uit en wacht tot het snijwerk stil-
staat. Trek de veiligheidssleutel uit.
■
Draag veiligheidshandschoenen.
8.1
Regelmatige
onderhoudswerkzaamheden
■
Zorg ervoor, dat alle moeren, bouten en
schroeven vast aangehaald zijn en dat het
apparaat zich in een veilige werkpositie be-
vindt.
■
Grasopvanginstallatie regelmatig inspecteren
op werking en slijtage.
8.2
Apparaat en maaiwerk reinigen
LET OP!
Gevaar door water
Water in het apparaat leidt tot kortsluitin-
gen en vernieling van de elektrische on-
derdelen.
■
Spuit het apparaat niet met water af.
■
Gebruik voor het reinigen uitsluitend
een handveger of en borstel.
1. Apparaat uitschakelen: Draai de veiligheids-
sleutel in stand 0 en trek de sleutel uit het ap-
paraat.
2. Accu verwijderen zie
en verwijderen van de accu (02)", pagina 52
3. Grasopvangbak verwijderen.
4. Kantel het apparaat opzij en reinig het maai-
mechanisme met een handveger of een bor-
stel.
8.3
Messen controleren en vernieuwen
■
Messen regelmatig op beschadigingen in-
specteren. Stompe of beschadigde messen
alleen bij een AL-KO servicenter of een er-
kende vakhandel laten slijpen/vernieuwen.
■
Opnieuw geslepen messen moeten uitgeba-
lanceerd worden. Niet uitgebalanceerde mes-
sen veroorzaken hevige trillingen en bescha-
digen de grasmaaier.
■
Aanhaalmoment van de borgschroef van de
messen 55 Nm +5.
8.4
Bowdenkabel van de wielaandrijving
afstellen (15)
De bowdenkabel van de wielaandrijving rekt na
een tijdje uit. Als de wielaandrijving bij een draai-
ende motor niet meer kan worden ingeschakeld,
is de bowdenkabel te lang geworden en moet hij
aangespannen worden.
VOORZICHTIG!
Risico op letsel
Scherpe en draaiende onderdelen (bijv.
mes) en een plots startende grasmaaier
kunnen letsel veroorzaken.
■
Stel de bowdenkabel alleen af bij uit-
geschakelde motor en stilstaand
maaiwerk.
1. Apparaat uitschakelen: Draai de veiligheids-
sleutel in stand 0 en trek de sleutel uit het ap-
paraat.
2. Versteller (15/1) van de bowdenkabel (15/2)
in pijlrichting draaien, dit is linksom, tot de
bowdenkabel strak getrokken is tussen de
versnellingshendel (15/3) en de blokkering
(15/4).
3. Toestand bowdenkabel controleren: apparaat
inschakelen, motor starten en proberen de
wielaandrijving in te schakelen.
4. Als de wielaandrijving niet inschakelt: de hier-
boven vermelde stappen herhalen.
Als het instellen van de bowdenkabel niet suc-
cesvol is: Bezoek een AL-KO service centre.
8.5
Reparatiewerkzaamheden
Reparatiewerkzaamheden alleen laten uitvoeren
in servicewerkplaatsen van AL-KO of bij geautori-
seerde montagebedrijven!
In de volgende gevallen moet u een servicepunt
van AL-KO opzoeken:
■
Motor start niet meer.
■
Apparaat is tegen een obstakel aan gereden.
■
Mes en/of motoras zijn verbogen.
■
Apparaat trilt en draait onrustig.
■
Accu lekt of is beschadigd.