NL
22
R7-62.5 | R7-63.8 A | R7-65.8 HD
Inbedrijfstelling
6.2
Vullen met olie (27, 28)
LET OP!
Gevaar voor beschadiging van de
motor!
Bij aflevering is de motor niet gevuld met
olie. Wanneer de motor in gebruik wordt
genomen zonder olie, zal deze vernield
worden.
■
Voor de eerste ingebruikname moet
de motor met olie worden gevuld!
Neem hiervoor de handleiding van
de motorfabrikant in acht!
OPMERKING
Doe niet te veel olie in de motor! Kijk
voor de juiste meting van het oliepeil de
handleiding van de motorfabrikant na.
Houd er ook rekening mee dat het oliepeil regel-
matig moet worden gecontroleerd en dat olie
eventueel moet worden bijgevuld.
Gebruik bij het vullen met olie een geschikte vul-
trechter of vulbuis om zo te voorkomen dat er olie
wordt gemorst op de motor, de behuizing of op
de ondergrond.
1. Klap de stoel naar voren en open het deksel
(27/1) naar de motorruimte (27/a).
2. Draai de dop (28/1) van de olievulopening los.
3. Vul olie bij, tot het peil op de oliepeilstok tus-
sen MIN en MAX staat.
4. Draai de dop weer op de olievulopening.
5. Sluit het deksel naar de motorruimte en klapt
de stoel terug (27).
6.3
Vullen met brandstof (27, 29)
WAARSCHUWING!
Brand- en explosiegevaar
Wanneer brandstof ontsnapt ontstaat
een explosief benzine-luchtmengsel.
Door een ondeskundige omgang met
brandstoffen kunnen deze ontsteken,
exploderen en ontbranden, wat tot
zwaar letsel en zelfs sterfgevallen kan
leiden.
■
Vul de brandstoftank alleen buiten
en niet als de motor draait of nog
heet is.
■
Rook niet tijdens de hantering met
brandstof.
Gebruik bij het tanken van brandstof een ge-
schikte vultrechter of vulbuis om zo te voorkomen
dat er brandstof wordt gemorst op de motor, de
behuizing of op de ondergrond.
Uit veiligheidsoverwegingen moeten de brand-
stoftankdop en andere tankdoppen worden ver-
vangen wanneer deze beschadigd zijn.
Wanneer brandstof is overgelopen, mag de mo-
tor niet worden gestart. De zitmaaier moet wor-
den verwijderd van de plaats die vervuild is door
brandstof en de gemorste brandstof moet met
een doek worden geabsorbeerd en weggeveegd
van de grond, de motor en de behuizing.
Er mag geen poging tot starten worden onderno-
men, tot de brandstofdampen verdampt zijn.
Sla brandstof enkel op in de containers die daar-
voor voorzien zijn.
Gebruik loodvrije benzine, min. RON 91.
OPMERKING
Neem voor gedetailleerde informatie de
aparte gebruikershandleiding van de
motor in acht.
Tank vullen
1. Zet de motor uit en haal voor de zekerheid de
sleutel uit het contactslot.
2. Voor de vermindering van het explosiege-
vaar: Wacht tot de motor iets is afgekoeld.
3. Klap de stoel naar voren en open het deksel
(27/1) naar de motorruimte (27/a).
4. Open de tankdop (29/1) en doe brandstof in de
tank (29/2).
Opmerking:
Doe de brandstoftank niet te vol!
5. Sluit de tankdop.
6. Sluit het deksel naar de motorruimte en klapt
de stoel terug (27).
Summary of Contents for SOLO R7-62.5
Page 3: ...493357_a 3 01 2 a 1 3 02 1 2 3 03 11...
Page 5: ...493357_a 5 14 a 2 1 15 2 2 2 2 1 16 17 18 19 12 1 13 1 2 3...
Page 6: ...6 R7 62 5 R7 63 8 A R7 65 8 HD 22 23 a 24 2 3 25 26 1 0 1 4 bar 27 a 1 20 a 21 a...
Page 7: ...493357_a 7 28 29...
Page 67: ...493357_a 67 6 6 1 26 1 2 1 3 4 1 0 1 4 5 1 0 07 6 2 27 28 1 27 1 27 a 2 28 1 3 MIN MAX 4 5 27...
Page 68: ...RU 68 R7 62 5 R7 63 8 A R7 65 8 HD 6 3 27 29 ROZ 91 1 2 3 27 1 27 a 4 29 1 29 2 5 6 27...
Page 69: ...493357_a 69...
Page 70: ...70 R7 62 5 R7 63 8 A R7 65 8 HD...
Page 71: ...493357_a 71...