5. De deur kan gesloten worden als
het vuur zich goed ontwikkeld heeft.
Gelijktijdig sluit ook het rooster, deze is
nu net niet gesloten.
Laat nu de kachel geheel uitbranden
en afkoelen. Herhaal dit in totaal 10
keer. Tussen de instook-beurten slechts
het overtollige as uit de stookruimte
verwijderen.
4. Deur tot op een kier sluiten; het rooster
sluit niet helemaal.
Door vlak na het ontsteken van de kachel
de deur op een kier te houden voorkomt u
neerslag van condens op de ruit. Condens
op de ruit geeft vlekken die moeilijk te
verwijderen zijn.
4
5
5
1. Schud met het stookrooster de
overtollige, dus niet alle, asresten in de
aslade en leeg de aslade indien nodig. Let
op, er kunnen tot 24 uur na het doven van
de kachel nog gloeiende delen in de as
aanwezig zijn. Leeg de aslade altijd in een
brandveilig vat.
Zorg voor een maximale luchttoevoer
door het stookrooster en de luchtklep te
openen. Zie ook
fi
guur C. De aslade moet
tijdens het stoken altijd gesloten blijven.
Normaal stoken
Indien u de instookprocedure heeft afgerond kunt u de kachel volledig gebruiken.
1