32
AANWIJZINGEN VOOR VEILIG GEBRUIK
● Lees de gebruiksaanwijzing door voordat u de inductiekookplaat voor de eerste maal gebruikt.
Alleen dan kunt u zeker zijn dat de kookplaat veilig functioneert en kunnen beschadigingen
voorkomen worden.
● Als de inductiekookplaat in de buurt van een radio- of televisieontvanger of andere zendap
-
paratuur is geplaatst, moet het juist functioneren van de sensorbediening getest worden.
● De kookplaat moet door een gekwalificeerde elektricien geïnstalleerd worden.
●
De kookplaat mag niet in de buurt van koelapparatuur geïnstalleerd worden.
● Het meubel waarin het apparaat geplaatst wordt, moet bestand zijn tegen temperaturen
tot 100°C. Dit geldt ook voor het fineer, de randlijsten, kunststofoppervlaktes, lijm en lakla
-
gen.
● Het apparaat mag pas gebruikt worden nadat het is ingebouwd. Alleen op deze manier
bent u beschermd tegen het onbedoeld in aanraking komen met onder spanning staande
onderdelen.
● Elektrische apparaten mogen alleen gerepareerd worden door gekwalificeerde specialisten.
Onvakkundige reparaties leveren ernstig gevaar op voor de gebruiker.
● Het apparaat is pas afgesloten van het lichtnet, als de zekering in de meterkast is uitgescha
-
keld of wanneer de stekker uit het stopcontact is getrokken.
● De stekker van de aansluitkabel moet na de installatie van de plaat bereikbaar zijn.
●
Zorg ervoor dat kinderen niet met het apparaat kunnen spelen.
●
Dit apparaat is niet bestemd voor gebruik door personen (waaronder kinderen) met lichame-
lijke of geestelijke beperkingen of personen zonder ervaring met of kennis van het apparaat,
tenzij dit gebruik plaatsvindt onder toezicht of overeenkomstig de gebruiksaanwijzing van
het apparaat, door personen die verantwoordelijk zijn voor hun veiligheid.
●
Personen met implantaten die helpen bij de lichaamsfuncties (bv. pacemaker, insuli-
nepompje of gehoorapparaten), moeten controleren of de werking van die apparaten
niet wordt gestoord door de inductiekookplaat (de werkingsfrequentie van de induc-
tiekookplaat bedraagt 20-50 kHz).
● Bij stroomuitval verdwijnen alle instellingen. Bij terugkeer van de spanning moet u bijzonder
voorzichtig zijn. Zolang de kookzones heet zijn brandt de restwarmteindicator „H” en, net
zoals bij het eerste gebruik, de sleutel van het kinderslot.
● De in het elektronische systeem ingebouwde restwarmteindicator laat zien of de kookzone
is ingeschakeld of nog heet is.
● Als de wandcontactdoos zich in de buurt van een kookzone bevindt, let er dan op dat de
kabel niet in aanraking komt met de hete plekken.
● Bij gebruik van vetten en oliën, mag u het apparaat niet zonder toezicht laten vanwege
brandgevaar.
●
Gebruik geen kookgerei van plastic of aluminiumfolie. Dit materiaal smelt bij hoge tempera-
turen en kan de keramische glasplaat beschadigen.
● Suiker, citroenzuur, zout enz. mogen zowel in vloeibare als in vaste vorm net als plastic niet
in aanraking komen met een hete kookzone.
● Mocht er per ongeluk toch suiker of kunststof op een hete kookzone terechtkomen, schakel
deze dan niet uit voordat u de suiker of de kunststof met behulp van een scherpe schraper
verwijderd heeft. Bescherm uw handen tegen verbranding en verwondingen.