Veiligheidswaarschuwingen
•
Dit artikel is GEEN medisch hulpmiddel en kan het optreden van plotselinge
zuigelingensterfte (zgn. wiegedood) niet voorkomen.
•
Dit artikel kan het directe toezicht op uw kind door een volwassene NIET
vervangen. Kijk regelmatig hoe het met uw kind is. Het omgaan met te vroeg
geboren baby’s en andere risicovolle situaties moet altijd onder leiding van
een arts of medisch deskundige plaatsvinden.
•
De sensormatjes kunnen trillingen opvangen die afkomstig zijn van
trillingsbronnen binnen en buiten de babykamer, bijv.: ventilatoren,
wasmachines,
harde
muziek,
ed.
Verwijder
zorgvuldig
alle
trillingsbronnen vóór ingebruikname van de Angelcare
®
monitor.
Vermijd het aanraken van de wieg als de monitor aanstaat. Zie ook de
hoofdstukken Instelling bewegingsgevoeligheid en Problemen &
oplossingen.
•
Plaats beide units ALTIJD rechtop op een vlakke ondergrond en buiten
bereik van uw baby.
•
Raak de uiteinden van de adaptersnoeren NIET aan als deze in het
stopcontact steken.
• De Angelcare
®
Babyfoon en Bewegingsmonitor maakt gebruik van
geluidsgolven met frequenties die binnen het publieke domein liggen. Het
is daarom mogelijk dat de ouder-unit signalen of interferentie van andere
babyfoons in uw omgeving oppikt. Onder bepaalde omstandigheden
kunnen tevens signalen van uw monitor door anderen worden
opgevangen. Ter beveiliging van uw privacy, raden wij u aan beide units na
gebruik uit te zetten.
• Laat alle onderhouds- en reparatiewerkzaamheden over aan gekwalificeerde
onderhoudstechnici. Voer zelf geen reparaties uit. Voor vragen hierover kunt
u zich wenden tot de importeur/distributeur (zie pag. 43).
Instructies
BEWAARADVIES: Bewaar deze handleiding om later nog eens na te kunnen kijken.
SCHADE DOOR WATER, VOCHT OF HITTE: Geen van de onderdelen mag in
aanraking komen met water (wasbak, badkuip, zwembad) of hitte (fornuis,
radiator).
VENTILATIE: Plaats de units ALTIJD rechtop op een vlakke ondergrond, zodat de
luchtcirculatie eromheen niet belemmerd wordt.
NETSTROOMVOORZIENING: Gebruik ALLEEN de bij de Angelcare
®
monitor
geleverde netstroomadapters.
SNOERGELEIDING:
Voorkom beschadiging van de sensormat- en
adaptersnoeren. Leid de snoeren zodanig dat er niet overheen gelopen kan
worden en er geen voorwerpen bovenop geplaatst kunnen worden.
REINIGING: Trek eerst alle stekkers uit het stopcontact. NIET in water
onderdompelen. Monitor afstoffen met droge doek. Gebruik GEEN
schoonmaaksprays of oplosmiddelen. Veeg de sensormatjes af met een licht
bevochtigde doek met een ontsmettingsmiddel of een milde zeepoplossing.
BESCHERMING MONITOR: Let op dat geen voorwerpen op de units kunnen
vallen of vloeistoffen in de units of sensormatjes kunnen binnendringen.
OPBERGEN: Wanneer u de monitor langere tijd niet gebruikt, moet u de
batterijen verwijderen en de stekkers van de adapters uit het stopcontact trekken.
Testen van de Angelcare
®
Babyfoon en
Bewegingsmonitor
NB: Test uw Angelcare
®
monitor VÓÓR ingebruikname en daarna met
regelmatige tussenpozen.
De Angelcare
®
Babyfoon en Bewegingsmonitor kan ook buiten de wieg, in een
andere slaapomgeving, gebruikt worden. Wanneer u de sensormatjes in een
andere omgeving gebruikt, moet u de monitor opnieuw testen om evt. de
bewegingsgevoeligheid van de monitor aan de nieuwe omgeving aan te passen.
Zie Instelling bewegingsgevoeligheid.
Stap 1. Zet de keuzeschakelaar op de baby-unit op de stand "Sound Only" (alleen
geluid). Vraag iemand om in de baby-unit te spreken of gebruik daarvoor een
radio. Controleer of het geluid door de ouder-unit opgevangen wordt. Indien de
ouder-unit geen geluidssignalen opvangt, kunt u de mogelijke oorzaak in het
hoofdstuk Problemen & oplossingen vinden. Beide units moeten op hetzelfde
kanaal (ofwel A, of B) staan afgesteld. Bij slechte ontvangst op het ene
kanaal, schakelt u over op het andere.
Stap 2. Om uw monitor te testen op het waarnemen van beweging, zet u de
keuzeschakelaar op de baby-unit op de stand "Sound & Movement" (Geluid &
Beweging). U ziet eerst een rood knipperlicht branden, daarna groen. Een enkele
tik geeft aan dat het apparaat gebruiksklaar is. Plaats uw hand op het matras. Het
groene licht knippert bij elke beweging van uw hand. Haal uw hand nu weg en
na ongeveer 15 seconden hoort u, doordat het apparaat geen beweging meer
waarneemt, één luide tik bij wijze van waarschuwing vooraf. Circa 5 seconden
later hoort u het eigenlijke alarmsignaal en gaat het rode alarmlampje continu
knipperen.
NB: Het niet afgaan van het alarm kan veroorzaakt worden door trillingen van
buitenaf, die door de sensormatjes worden opgevangen. Deze kunnen
veroorzaakt worden door tocht, trillende voorwerpen of personen, die in direct
contact staan met de wieg. Vermijd aanraking van de wieg, zolang de monitor in
gebruik is. Het is ook mogelijk dat u de sensormatjes iets minder gevoelig moet
instellen. Zie daarvoor het hoofdstuk Instelling bewegingsgevoeligheid.
Stap 3. Om het alarm af te zetten, plaatst u uw hand zachtjes op het matras,
zodat de sensormatjes weer beweging waarnemen. Het rode alarmlicht op de
ouder-unit blijft nog even knipperen en dooft na ongeveer een minuut (Afb. 3).
Stap 4. Test het functioneren van beide units op batterijstroom door de
netstroomadapters uit te schakelen. Het groene lampje, dat de stroomtoevoer
aangeeft, moet branden op beide units.
Ouder-unit: Bij model AC201: Vervang direct de batterijen als het oranje
waarschuwingslampje ("batterij leeg") brandt. Bij model AC201-R moet dan de
ouder-unit opgeladen worden.
Baby-unit: Vervang direct de batterijen als het oranje waarschuwingslampje
("batterij leeg") brandt en u een snel tiksignaal hoort. Doet u dit niet, dan wordt
het lichtje rood en werkt de monitor niet.
Tips voor het gebruik
Instelling bewegingsgevoeligheid
De bewegingsgevoeligheid is in de fabriek afgesteld op een
niveau
dat
in
de
meeste
gevallen
een
goede
bewegingswaarneming
garandeert.
Onder
bepaalde
omstandigheden kan het echter nodig zijn deze gevoeligheid
te verhogen of verlagen. Stel het apparaat NIET zomaar in op
een grotere gevoeligheid, behalve bij vals alarm (volg dan
eerst de adviezen op onder Problemen & oplossingen.
Noteer de oorspronkelijke stand van de schakelaar, zodat u daar later eventueel
naar terug kunt keren.
Wanneer de monitor maar ternauwernood beweging kan waarnemen, zal het
waarschuwingslicht voor onvoldoende waarneming oranje knipperen. Dit kan
echter al gebeuren wanneer uw baby in een diepe slaap verkeert of zich naar een
hoek van de wieg, van de sensormatjes af, bewogen heeft. Wanneer dit NIET leidt
tot het afgaan van het alarm, hoeft u de bewegingsgevoeligheid niet aan te
passen. Wanneer het waarschuwingslicht vrijwel continue oranje knippert en uw
baby bevindt zich wel boven de sensormatjes, kan er vals alarm ontstaan. In dat
geval moet u de gevoeligheid iets aanpassen.
Om de bewegingsgevoeligheid aan te passen, draait u de schakelaar op de
volgende stand. Test monitor opnieuw.
Kanaalkeuzeknop voor geluidsontvangst
Test welk kanaal (A of B) de beste ontvangst geeft. Zorg er wel altijd voor dat
beide units op hetzelfde kanaal zijn afgestemd. Bij aanhoudende interferentie,
raadpleeg het hoofdstuk Problemen & oplossingen.
NB: Dit babyfoon & bewegingsmonitorsysteem geeft NIET automatisch aan
wanneer de units te ver uit elkaar geplaatst zijn. In dat geval vindt geen ontvangst
plaats.
Gele waarnemingslampjes geluidsontvangst
De vier gele lampjes geluidsontvangst geven u de mogelijkheid om de
babygeluiden als het ware te zien. Naar gelang uw baby meer geluid produceert,
gaan er meer gele lampjes branden.
0
1
2
3
4
5
21
®