NL
51
GEBRUIK
1. Klap het zonnepaneel uit, met de
bovenkant naar boven gericht.
2. Trek de vier steunen los van de
klittenbandbevestiging, klap de
steunen uit, zodat de steunbanden
volledig uitgetrokken zijn, en plaats de
uiteinden van de steunen op een vlakke
ondergrond.
AFB. 2
AFB. 3
3. Plaats het uitgeklapte zonnepaneel in de
hoek die zo dicht mogelijk overeenkomt
met het zonlicht, zodat zoveel mogelijk
zonlicht op het paneel valt. Plaats indien
nodig geschikte ondersteuning onder het
paneel, zodat deze de correcte hoek naar
het zonlicht heeft. Zorg ervoor dat er geen
delen van het zonnepaneel in de schaduw
liggen, omdat dit het uitgangsvermogen
negatief beïnvloedt.
A = Goed, B = Aanvaardbaar,
C = Onvoldoende
AFB. 4
AANSLUITING
Sluit aan in deze volgorde:
1. Accu
2. Belasting
3. Het zonnepaneel volgens het
aansluitschema.
Loskoppelen in omgekeerde volgorde.
AFB. 5
LET OP!
• De schakelaar moet uit staan en de
zekering moet zijn uitgetrokken/de
miniatuurschakelaar moet zijn
uitgeschakeld wanneer de laadregelaar
wordt aangesloten. Sluit de positieve en
negatieve kabels aan met de juiste
polariteit.
en natte accu.
• Knopinstelling van accutype en
belastingsuitgang.
• Handige en intuïtieve gebruikersinterface.
• Indicatielampjes voor accustatus.
• Accutemperatuurcompensatie.
• Uitgebreide elektronische
beschermfuncties.
• Ingebouwde beschermingsdiode om
terugslag van de cel tegen te gaan.
• Ingebouwde beschermingsdiode om
terugslag van de accu tegen te gaan.
• Eenvoudig te dragen, hijsogen van
roestvrij staal met hoge
corrosiebestendigheid.
• Stofdicht, duurzaam, zacht.
• Het uitgangsvermogen van het product is
in verhouding met de intensiteit van het
zonlicht dat op het product valt. Felle
zonneschijn zonder wolken geeft het
hoogste vermogen. Wolken,
seizoensgebonden variaties in de hoogte
van de zon, verontreinigingen op het
oppervlak van het zonnepaneel, panelen
met een verkeerde hoek en schaduw
verminderen het vermogen.
• Het vermogen wordt ook beïnvloed door
transmissieverlies in de kabels en
aansluitingsblokken.
ONDERDELEN VAN DE LAADREGELAAR
1. Paneelblokken
2. Accu-aansluitblok
3. Belastingsaansluitblok
4. USB-uitgang
5. Montagegaten
Ø
4,5 mm
6. Belastingsschakelaar
7. Accustatusindicator
8. Belastingsstatusindicator
9. Laadstatusindicator
AFB. 1