NL
56
PROBLEMEN OPLOSSEN
Probleem
Mogelijke oorzaak
Actie
De laadindicator gaat
overdag uit terwijl de zon
schijnt.
Onderbreking of breuk
in aansluiting van
zonnepaneel.
Controleer of de kabels van het
zonnepaneel en de accu correct
zijn aangesloten op de juiste
aansluitblokken en of de blokken
goed zijn vastgedraaid.
Alle indicatielampjes zijn uit.
Zeer lage accuspanning,
waarschijnlijk lager dan
8 V.
Meet de accuspanning met een
multimeter. De laadregelaar heeft
minimaal 8 V nodig om te kunnen
starten.
De laadstatusindicator
knippert snel.
Overspanning, accu.
Controleer of de accuspanning de
limiet voor uitschakelen overschrijdt
en koppel het zonnepaneel los.
Indicatielampje 1 knippert
snel.
Onderspanning, accu.
De accuspanning is onder de
limiet voor uitschakelen gekomen
en de bescherming tegen diep
ontladen heeft de belasting van
de accu onderbroken. Wanneer
de accuspanning hersteld is tot
minimaal de limiet voor opnieuw
inschakelen, wordt de belasting
opnieuw ingeschakeld.
De belastingsstatusindicator
knippert langzaam.
Overbelasting.
1. Schakel één of meer aangesloten
verbruiksapparaten uit om het
stroomverbruik te verlagen.
2. Druk op de belastingsschakelaar
om de belasting weer in te
schakelen.
De belastingsstatusindicator
knippert snel.
Kortsluiting.
1. Controleer de belasting en de
aansluiting ervan grondig en verhelp
de kortsluiting.
2. Druk op de belastingsschakelaar
om de belasting weer in te
schakelen.
Wanneer de uitgaande stroom (stroomverbruik van de belasting) 1,25 keer, 1,5 keer of 2 keer de
nominale stroom bereikt, schakelt de laadregelaar de stroom automatisch uit na respectievelijk 60 s,
5 s en 1 s.