NEDERLANDS
187
2. In aanzuigsystemen die beveiligd zijn met SVRS-voorzieningen mogen geen afsluitkleppen en hydrostatische
kleppen worden gebruikt.
LET OP
– Het is aangetoond dat de aanwezigheid van een hydrostatische klep in de aanzuigleidingen
het hoge vacuüm dat aanwezig is in de afvoer kan verlengen, ook als de afvoer beveiligd is met een
SVRS.
3.
Alle SVRS-systemen hebben de fabrieksinstellingen of worden geregeld in overeenstemming met de specifieke
hydraulische omstandigheden ter plekke.
Nadat het systeem is geïnstalleerd, wordt het getest door een beklemming
te simuleren.
4. Er moet een kogelafsluiter, vlinder- of schuifklep worden gemonteerd op een afstand van maximaal 0,6 meter (2 ft)
bovenstrooms van de SVRS (tussen de SVRS en de beveiligde afzuigopening), of er moet een testmat worden
gebruikt over de afzuigopening om de beklemming te simuleren. Er moeten drie beklemmingen worden gesimuleerd
om na te gaan of de inrichting correct geregeld is en functioneert.
5. Er moet een SVRS-systeem worden geïnstalleerd voor elke recirculatiepomp die direct verbonden is met de
aanzuigopening(en), zonder kleppen die het SVRS-systeem zouden kunnen isoleren van het aanzuigsysteem.
De referentienorm voor meer details en de richtlijnen aangaande het voorkomen van gevaar voor beklemming is
“ANSI/APSP 7”.
Andere lokale normen zouden van toepassing en verplicht kunnen zijn.
In de pomp met
SVRS-systeem
is de SVRS-functie altijd actief, behalve enkele momenten in specifieke bedrijfsfasen.
Het is ook mogelijk om de SVRS-functie tijdelijk uit te schakelen vanuit het menu (dit wordt verderop beschreven);
deze functie is bijvoorbeeld nuttig wanneer het zwembad wordt schoongemaakt met een stofzuiger.
Voordat de pomp wordt gestart met uitgeschakeld SVRS-systeem, moet altijd worden verzekerd dat er
zich niemand in het zwembad bevindt.
De inactieve staat van de SVRS wordt aangegeven door de rood knipperende alarmled ( ) (defect) en door een
knipperend bericht op het display (homepage).
Nadat de SVRS is geactiveerd, moet de werkelijke situatie in het zwembad worden bekeken, waarbij indien nodig
moet worden ingegrepen en eerste hulp moet worden verleend.
Nadat de SVRS is geactiveerd, kan de pomp automatisch of door een handbediende RESET opnieuw worden gestart
(zie par.5.1).
Pompen met SVRS zijn gevoelig voor de aanwezigheid van lucht in de leidingen, die een onopzettelijke activering van
het SVRS kan veroorzaken. Daarom moet al het mogelijke worden gedaan om de aanwezigheid van lucht in het
systeem te beperken.
2 INSTALLATIE
Het systeem dient bij voorkeur te worden gebruikt in technische ruimten die bestemd zijn voor de
installatie van zwembadpompen.
Het mag in geen geval functioneren als het onbeschermd wordt blootgesteld aan weersinvloeden.
De installatieplek moet goed geventileerd zijn.
2.1 Hydraulische aansluitingen
Volg onderstaande aanbevelingen aandachtig op:
•
Installeer de pomp in horizontale positie, op een platte, stevige basis, zo dicht mogelijk bij de rand
van het bad.
•
De pomp kan een niveauverschil van maximaal 4 m overbruggen (met terugslagklep).
•
Installeer het filter en de pomp op een beschermde, goed geventileerde plaats.
•
Voorkom dat de motor in het water ondergedompeld raakt.
Gebruik voor de verbindingen tussen de pomp en de installatie uitsluitend kleefstoffen die geschikt
zijn voor kunststoffen.
•
Ondersteun de aanzuig- en persleiding goed, zodat ze niet op de pomp drukken.