NEDERLANDS
194
Nadat de eerste configuratie is uitgevoerd met behulp van de WIZARD (in de toestand waarin de witte led knippert
en de led “Auto” is gedoofd), is het heel eenvoudig om de pomp te laten starten:
•
druk op een van de toetsen “
SET1
” tot en met “
SET4
” (d.w.z. de toets die overeenstemt met het gewenste
“setpoint”, bv. “
SET1
”), of druk op de toets “
QuickClean
” voor een snelle reiniging. De led van de ingedrukte
toets gaat branden, wat aangeeft dat de keuze is gemaakt;
•
druk op de toets “
RUN/STOP
”.
Op dit punt wordt de inschakeling geactiveerd en start de pomp; de groene led van de werking gaat branden, terwijl
de witte led vast gaat branden (wat aangeeft dat het systeem nu actief is).
Het systeem voert het
opstarten
uit: de pomp start met een vaste snelheid (50%) gedurende enkele seconden.
Het opstarten is nodig voor een goede inschakeling van de pomp en vindt plaats bij elke start van de
motor.
Vervolgens vindt de aanzuiging (of “Priming”, par. 5.5) plaats als deze is geactiveerd (zoals in de fabrieksinstelling).
Vervolgens blijft de pomp werken volgens het setpoint van de gebruikte functie “
SETx
” of “
QuickClean
” (in het
voorbeeld het setpoint “
SET1
”).
De fabriekswaarden staan vermeld in hoofdstuk 7.
Voor de toetsen “SETx” kunnen het setpoint (door ook te kiezen tussen debiet en snelheid) en de andere
kenmerken (duur ) gemakkelijk worden veranderd via het menu (zie 3.3).
Ook de werking die gekoppeld is aan de toets “QuickClean” kan worden aangepast (zie 5.5).
Door op een toets “SETx” of “QuickClean” te drukken gaat de pomp naar de modus “Handbediening”,
die voorrang heeft boven de modus “Auto”: ook als “Auto” actief is (led “Auto” brandt), start de pomp met
het setpoint dat aan de toets gekoppeld is als op een toets “SETx” of “QuickClean” wordt gedrukt.
Aan elke functie “
SETx
” en “
QuickClean
” is ook een uitvoeringstijd of duur gekoppeld.
Tijdens de werking van de pomp kunnen de volgende gebeurtenissen optreden:
•
het einde van de tijd (of duur) die hoort bij de eerder geselecteerde toets “
SETx
” of “
QuickClean
” wordt
bereikt,
•
of dezelfde toets “
SETx
” of “
QuickClean
” wordt opnieuw ingedrukt,
in beide gevallen stopt de werking van de toets, gaat de led ervan uit en stopt de pomp.
Als de functie “Auto” echter actief was op de achtergrond (led “Auto” brandt), neemt deze de controle
over de machine over, en laat ofwel de pomp stoppen of schakelt deze in met een ander setpoint,
afhankelijk van de programmering. De pomp schakelt dus mogelijk niet uit.
Het handmatig stoppen van de pomp is heel eenvoudig: terwijl de pomp in werking is, hoeft u alleen maar:
•
op de toets “RUN/STOP” te drukken,
de pomp stopt zo in ieder geval (*), en onderbreekt alle actieve functies (ook de modus “Auto”, die mogelijk actief is op
de achtergrond); de groene led van de werking gaat uit. De witte led begint te knipperen, wat aangeeft dat het
systeem uitgeschakeld is.
Door opnieuw op “RUN/STOP” te drukken wordt het systeem weer geactiveerd en start het geheel weer; de witte led
gaat nu permanent branden.
(*) Enige uitzonderingen: de functies
Antifreeze
(voor vorstbescherming) en
Antilock
(tegen blokkering) starten de
pomp ook als het systeem uitgeschakeld is (zie de paragrafen 5.6).
Na een onopzettelijke uitschakeling (black-out) tijdens de werking met handbediening start het systeem
niet opnieuw, tenzij de toets SETx die ingeschakeld was de duur “oneindig” (“24/24”) heeft. In dat geval
start het systeem weer met het eerder actieve setpoint.
3.3 Snelle wijziging van het setpoint en de al ingestelde parameters
Wanneer de pomp in werking is met een toets “
SETx
” ingedrukt (zoals hierboven beschreven):
•
door een andere dan de actieve toets “
SETx
” in te drukken (bv. “
SET3
” terwijl “
SET1
” actief is), gaat de pomp
over op de uitvoering van het setpoint van de nieuwe toets (voor de hele duur) en gaan de leds dus anders
branden;