53
REGELINGEN EN PERIODIEK ONDERHOUD
SCHOONMAKEN VAN HET VOERTUIG
Om te voorkomen dat er roest ontstaat, moet de scooter telkens worden schoongemaakt nadat hij gebruikt is
in bijzondere weers- of wegomstandigheden, bijvoorbeeld wegen waar zout of producten tegen ijsvorming zijn
gebruikt in de winter, verontreinigde lucht in de stad, industriegebieden, zilte of vochtige gebieden, kustgebieden.
Voorkom dat vuil, industrieel stof, dode insecten, vogelpoep enz. lang op de carrosserie blijven zitten.
Gebruik een waterstraal met lage druk om het vuil dat zich heeft afgezet los te weken van gelakte onderdelen, en
verwijder het vervolgens met een zachte spons die geschikt is voor carrosserieën. Maak de spons nat met veel
water en shampoo, spoel vervolgens na met alleen water en maak het voertuig droog met een zeem.
Was de scooter niet in de zon af, vooral niet in de zomer, om te voorkomen dat de warme carrosserie de shampoo
onmiddellijk laat opdrogen voordat deze wordt afgespoeld, want dit kan schadelijk zijn voor de lak.
Gebruik geen waterstralen onder hoge druk voor het schoonmaken, want dan
zouden de gevoelige componenten van het voertuig beschadigd kunnen raken.
Richt bij het schoonmaken nooit de waterstraal direct op gevoelige componenten,
zoals de elektrische bedradingen en de verbindingen hiervan.
Gebruik nooit doeken die bevochtigd zijn met benzine, alcohol of mogelijk corrosieve
vloeistoffen voor het schoonmaken van gelakte oppervlakken, kunststof of de
zadelbekleding, want hierdoor zouden de materialen hun glans en mechanische
eigenschappen verliezen of beschadigd raken.
De scooter moet altijd worden gewassen op een plaats waar het mogelijk is om de
gebruikte vloeistoffen op te vangen en te zuiveren.
NL
NL
NL
NL
NL
eSpro45_eSpro70_Rev_2_NL.indb 53
eSpro45_eSpro70_Rev_2_NL.indb 53
14/07/2020 17:36:05
14/07/2020 17:36:05