ISK 70-755 Inductief veiligheidsrelais
Ne
de
rla
nd
s
Signaalgever 1
Signaalgever 2
Signaalgever „n“
9. Aansluiting van de signaalgevers
9.1 Aansluiting aan de spoelkern
(afbeelding 1)
ASO-signaalgevers mogen niet parallel worden geschakeld.
O
C
9.2 Aansluiting van meerdere signaalgevers per signaalgevercircuit
(afbeelding 2)
Op signaalgeveringang
O
resp
C
kunnen ��n o� �eerdere signaalgevers worden aangesloten. Hiertoe dienen
de a�zonderlijke signaalgevers als in afbeelding 2 in serie geschakeld te worden.
Er kunnen �axi�aal vij� SKL in serie geschakeld worden. De �axi�ale totale lengte van de SKL �ag niet
groter zijn dan 100 �eter. De lengte van een SKL kan tot 25 �. De �axi�ale totale kabellengte van in serie
geschakelde SKL �ag niet groter zijn dan 25 �.
Voor het aansluiten van de in serie geschakelde signaalgevers is het aan te bevelen o� de weerstandswaarde
van de schakeling te �eten.
Bij niet-geactiveerde SKL �oet de weerstand 8,2 kΩ ± 500 Ω bedragen. Als de SKL geactiveerd is, �ag de
weerstand 500 Ω niet overschrijden.
Afbeelding 1: Schakelaansluiting op spoelkern
Als een kanaal niet gebruikt wordt, �oet dit kanaal bezet worden �et een 8,2kΩ
-weer-
-weer-
stand
De meebewegende lijsten (SKL's) worden met de
meebewegende spoelkern verbonden.
Hiertoe dient de meebewegende SKL
DICHT
-bewe-
ging met de aansluiting
C
van de meebewegende
spoelkern en de optionele SKL
OPEN
beweging met
de aansluiting
O
verbonden te worden.
SKL
Dicht
-bew
eging
SKL
Open
-bew
eging
O
C
Afbeelding 2: Bedrading bij meerdere signaalgevers, hier bijvoorbeeld veiligheidscontactlijst
Na het aanleggen van het testsignaal �oet de besturingsuitgang uitschakelen. Deze schakeltoestandveran-
dering �oet door de bovengeschikte �achinebesturing worden geanal��seerd. Bij een correcte testsituatie
leidt de �achinebesturing daarna de verplaatsingsbeweging o� de volgende bewerkingsstap. Anders �oet
de besturing een �out�elding geven en een gevaarlijke beweging verhinderen.
Wordt door de �achinebesturing een �out in de veiligheidsinrichting herkent, �oet tot het verhelpen van de
�out door de �achinebesturing een veilige toestand in stand gehouden worden.
Het gebruik van de apparatuur zonder testen, voldoet niet aan enige veiligheidseisen.
2
2
2
2