VRIESVAK
Invriezen van verse levensmiddelen
1.
Het wordt aanbevolen de temperatuur kouder in te stellen of
Snelvriezen/Snelkoelen* te selecteren minstens vier uur vooraleer
het voedsel uit het vriesvak te halen, om de bewaartijd in de
ontdooiingsfase te verlengen.
2.
Om het compartiment te ontdooien, trekt u de stekker uit het
stopcontact en verwijdert u de laden. Laat de deur open, zodat het
ijs kan smelten. Om te voorkomen dat er tijdens het ontdooien water
wegloopt, wordt geadviseerd een absorberende doek onderin het
vriesvak te leggen en regelmatig uit te wringen.
3.
Maak de binnenkant van het vriesvak schoon en droog zorgvuldig.
4.
Schakel het apparaat weer in en plaats de etenswaar terug.
IJsblokjes*
Vul het ijsbakje voor 2/3 met water en plaats het in het vriesvak. Gebruik
NOOIT puntige of scherpe voorwerpen om het ijs te verwijderen.
De hoeveelheid verse voedingswaren die in een bepaalde periode kan
worden ingevroren, staat aangegeven op het typeplaatje.
De laadlimieten zijn bepaald door manden, flappen, lades, schappen enz.
Zorg ervoor dat deze onderdelen nog altijd gemakkelijk kunnen sluiten na
het laden.
ALGEMENE INFORMATIE
De laden, manden en schappen moeten in hun huidige positie worden
gehouden, tenzij anders is aangegeven in deze snelgids. Het koelvak
wordt verlicht door ledlampen, die beter verlichten dan met traditionele
gloeilampen en minder energie verbruiken.
Deuren en deksels van de koelkast moeten worden verwijderd voordat het
apparaat wordt afgevoerd, om te voorkomen dat kinderen of dieren erin
vast komen te zitten.
PROBLEEMOPLOSSING
Wat moet u doen als...
Mogelijke oorzaken
Oplossingen
Het bedieningspaneel is
uitgeschakeld, het apparaat
werkt niet.
Er kan een probleem zijn met de
stroomtoevoer naar het apparaat zijn.
Ga na of:
•
er geen stroomstoring is;
•
de stekker goed in het stopcontact gestoken is en de dubbele
polaire schakelaar (indien aanwezig) in de juiste stand staat (d.w.z.
de schakelaar voorziet het apparaat van spanning);
•
de beschermingstoestellen voor huishoudelijke elektrische
systemen correct werken;
•
de voedingskabel niet is beschadigd.
Het apparaat kan in de stand Aan/stand-
by staan.
Schakel het apparaat in door kort op de knop “
Temp.
” te drukken (zie
de functie Aan/Stand-by).
Het interieurlampje werkt
niet.
Het lampje dient mogelijk te worden
vervangen. Storing van een technische
component.
Koppel het apparaat los van het elektriciteitsnet en neem contact op
met het Technische Servicecentrum als u een vervanging nodig hebt.
Het interieurlampje
knippert.
Deuralarm actief.
Het alarm wordt geactiveerd wanneer
de deur van het koelvak langere tijd
open blijft.
Sluit de koelkastdeur om het alarm te stoppen.
Controleer of het lampje werkt door de deur weer te openen.
De temperatuur binnenin
de compartimenten is niet
laag genoeg.
Dit kan verschillende oorzaken hebben
(zie 'Oplossingen').
Ga na of:
•
de deuren goed sluiten;
•
het apparaat niet is geïnstalleerd in de buurt van een
warmtebron;
•
de ingestelde temperatuur voldoende is;
•
de circulatie van lucht door de ventilatieroosters onderin het
apparaat niet belemmerd wordt (zie de installatiehandleiding).
Er bevindt zich
water onderin het
koelkastcompartiment.
De afvoer voor dooiwater is
geblokkeerd.
Reinig de drainage van het dooiwater (zie deel "Reiniging en
Onderhoud").
Overmatige hoeveelheid ijs
in het vriesvak
De deur van het vriesvak sluit niet goed. •
Ga na of niets verhindert dat de deur goed sluit.
•
Ontdooi het vriesvak.
•
Ga na of het apparaat correct geïnstalleerd is.
* Alleen beschikbaar op bepaalde modellen