NL 5
tOestelbescHrIjvINg
1
2
3
1. Ventilator en verwarming
2. Indicatielamp
•
Knippert als het apparaat is ingeschakeld
•
Brandt als het apparaat is ingeschakeld en de lade is gesloten
3. Draaiknop voor het instellen van de temperatuur
De ingestelde temperatuur is de temperatuur van de warmteplaat onder
in de lade als de lade leeg is. Eigen metingen kunnen afwijken en zijn
niet geschikt om de nauwkeurigheid van de temperatuur te controleren.
Het apparaat wordt alleen warm als de lade gesloten is.