NL 9
ONDERHOUD
Filters reinigen
• Open
de
glasplaat.
• Verwijder een voor een de filters door ze naar achteren te duwen en
tegelijkertijd omlaag te trekken.
• Reinig de filters zonder ze te buigen en laat ze helemaal uitlekken
en drogen voordat u ze weer terugplaatst. (Als gevolg van het vaak
reinigen in de vaatwasser kunnen de filters van kleur veranderen.)
• Let bij het terugplaatsen op dat het handvat naar voren gericht is.
• Sluit de glasplaat.
Koolstoffilter (Recirculatie-uitvoering)
De herbruikbare actieve koolstoffilter moet met de hand worden
gereinigd met een neutraal schoonmaakproduct, of in de vaatwasser
op een maximumtemperatuur van 65 °C (Het reinigen moet gescheiden
gebeuren; er mogen zich dus geen borden, schalen, kopjes, etc. in de
machine bevinden).
Verwijder het achtergebleven water zonder de filter te beschadigen,
verwijder de houder en laat de filter ten minste 15 minuten drogen in de
oven op een temperatuur van 100 °C.
Voor een optimale werking van de herbruikbare koolstoffilter moet dit
om de 4 maanden worden herhaald of wanneer de filterindicator dit
aangeeft (
FC
verschijnt in de display).
De filter moet na uiterlijk 3 jaar vervangen worden, of eerder bij
beschadiging.
Het is van belang dat de vetfilters en de herbruikbare actieve
koolstoffilters voor herplaatsing goed droog zijn .
Alarmsignaal activeren
• Bij kappen in recirculatie-uitvoering moet het filterverzadigingsalarm
bij installatie of op een later moment geactiveerd worden.
• Schakel de verlichting en de motor uit.
• Houd
D
ongeveer 5 seconden ingedrukt:
- De indicator ‘FC’ knippert tweemaal, filterverzadigingsalarm
GEACTIVEERD
- De indicator ‘FC’ knippert eenmaal, filterverzadigingsalarm
GEDEACTIVEERD