60
heggenschaar kan tot de meest ernstige verwondingen
leiden.
•
Waarborg, dat alle veiligheidsvoorzieningen en grepen
bij gebruik van het toestel zijn gemonteerd.
Probeer
nooit, een onvolledig gemonteerd toestel of een toestel met
niet toegestane modificaties in werking te nemen.
•
Draag de heggeschaar aan de greep bij stilstaand mes.
Bij transport of bewaring van de heggenschaar steeds de
veiligheidsafdekking omdoen. Zorgvuldige omgang met het
toestel voorkomt het gevaar van verwondingen door het
mes.
•
Houdt de kabel van het snijbereik vandaan.
Gedurende
het werkproces kan de kabel in de struiken verdekt zijn en
abusievelijk worden doorgesneden.
•
Dit apparaat ist niet ervoor bestemd, door personen
(inclusieve kinderen) met beperkt lichamelijk, sensorisch of
geestelijk vermogen of met beperkte ervaring en/of met
beperkte kennis te worden bediend, tenzij ze worden door
een voor hun veiligheid bevoegde persoon gesurveilleerd of
verkregen door deze instructies hoe het toestel moet worden
benut.
Kinderen moeten in de gaten worden gehouden, om te
waarborgen dat ze niet met het apparaat spelen.
v
v
e
e
r
r
d
d
e
e
r
r
e
e
v
v
e
e
i
i
l
l
i
i
g
g
h
h
e
e
i
i
d
d
s
s
i
i
n
n
s
s
t
t
r
r
u
u
c
c
t
t
i
i
e
e
s
s
“
“
E
E
l
l
e
e
k
k
t
t
r
r
i
i
s
s
c
c
h
h
e
e
v
v
e
e
i
i
l
l
i
i
g
g
h
h
e
e
i
i
d
d
”
”
•
De aansluitkabel moet volgens IEC 60245 (H 07 RN-F) zijn,
met een draad doorsnede van minstens:
−
1,5 mm² bij een lengte tot 25 m
−
2,5 mm² bij een lengte vanaf 25 m.
•
Lange en dunne aansluitkabels zorgen voor een
spanningsverlies. De motor bereikt zijn maximale vermogen
niet meer, de werking van het toestel wordt minder.
•
Stekker en aansluitdozen aan aansluitleidingen moeten uit
rubber, zacht PVC of een ander thermoplastisch materiaal
van dezelfde mechanische vastheid zijn of met dit materiaal
zijn gecoat.
•
De steekvoorziening van de aansluitleiding moet tegen
spatwater beveiligd zijn.
•
Bij het verleggen van de aansluitleiding erop letten, dat deze
niet gekneust, geknikt, gedurende het knippen niet door
takken of dergelijke wordt gegrepen en de steekverbinding
niet nat wordt.
•
Gebruik de kabel niet voor doeleinden, waarvoor hij niet
bestemd is. Bescherm de kabel tegen hitte, olie of scherpe
randen.
•
Wikkel bij gebruik van een kabeltrommel de kabel geheel af.
•
Controleer de verlengkabel regelmatig op beschadigingen en
vervang hem als hij beschadigd is.
•
Gebruik geen defecte aansluitkabels.
•
Maak geen gebruik van provisorische elektrische
aansluitingen.
•
Het toestel niet met water afspatten. (Gevarenbron
elektrische stroom).
•
Veiligheidsvoorzieningen nooit overbruggen of buiten
werking stellen.
•
Het toestel via een veiligheidsschakelaar (30 mA) aansluiten.
•
Elektrische aansluitingen of reparaties aan elektrische
onderdelen van de machine mogen alleen door een erkend
bedrijf of een van onze reparatiewerkplaatsen worden
uitgevoerd. De plaatselijke voorschriften moeten opgevolgd
worden.
v
v
e
e
r
r
d
d
e
e
r
r
e
e
v
v
e
e
i
i
l
l
i
i
g
g
h
h
e
e
i
i
d
d
s
s
i
i
n
n
s
s
t
t
r
r
u
u
c
c
t
t
i
i
e
e
s
s
“
“
V
V
e
e
i
i
l
l
i
i
g
g
h
h
e
e
i
i
d
d
v
v
a
a
n
n
p
p
e
e
r
r
s
s
o
o
n
n
e
e
n
n
”
”
•
De operator is in het werkbereik tegenover derden
verantwoordelijk.
•
Houdt rekening met de nationale voorschriften die eventueel
een leeftijdsbeperking voor de gebruiker van het toestel
voorschrijven.
•
Draag bij het werken geschikte beschermuitrusting:
−
een haarnetje bij lang haar
−
veiligheidshandschoenen
−
veiligheidsbril en geluidsbescherming
v
v
e
e
r
r
d
d
e
e
r
r
e
e
v
v
e
e
i
i
l
l
i
i
g
g
h
h
e
e
i
i
d
d
s
s
i
i
n
n
s
s
t
t
r
r
u
u
c
c
t
t
i
i
e
e
s
s
“
“
G
G
e
e
b
b
r
r
u
u
i
i
k
k
e
e
n
n
b
b
e
e
h
h
a
a
n
n
d
d
e
e
l
l
i
i
n
n
g
g
v
v
a
a
n
n
h
h
e
e
t
t
e
e
l
l
e
e
k
k
t
t
r
r
i
i
s
s
c
c
h
h
w
w
e
e
r
r
k
k
t
t
u
u
i
i
g
g
”
”
•
Het toestel resp. delen van het toestel niet veranderen.
•
Na langer gebruik kunnen toegankelijke metalen onderdelen
en toebehoren zeer heet zijn.
•
Machine uitschakelen en netstekker uit het stopcontact
nemen bij:
−
contact van het mes met het aardrijk, stenen, nagels of
andere vreemde voorwerpen (
controleer of de
messen/het toestel beschadigd zijn)
−
reparatiewerkzaamheden
−
onderhouds- en reinigingswerkzaamheden
−
verhelpen van storingen (hiertoe behoort ook het
blokkeren van de snijvoorziening)
−
transport
−
verlaten van de machine (ook bij korte onderbrekingen)
•
Onderzoek de machine op eventuele beschadigingen.
−
Voordat de machine verder wordt gebruikt, moet
zorgvuldig worden onderzocht of de
beschermingsvoorzieningen en licht beschadigde
onderdelen foutloos en volgens de voorschriften
functioneren. Werk alleen met alle en op de juiste wijze
aangebrachte veiligheidsvoorzieningen en verander aan
het toestel niets, dat de veiligheid zou kunnen
belemmeren.
−
Controleer of alle bewegende delen van de machine
goed functioneren en niet klemmen of beschadigd zijn.
Alle delen moeten juist gemonteerd zijn en goed
functioneren om de machine correct te laten werken.
−
Beschadigde bescherminrichtingen en -delen moeten,
indien noodzakelijk, door een erkende
reparatiewerkplaats gerepareerd of verwisseld worden.
−
Beschadigde of onleesbare veiligheidsstickers dienen te
worden vervangen.
•
Bewaar onbenutte toestellen aan een droge, afgesloten
plaats op.
v
v
e
e
r
r
d
d
e
e
r
r
e
e
v
v
e
e
i
i
l
l
i
i
g
g
h
h
e
e
i
i
d
d
s
s
i
i
n
n
s
s
t
t
r
r
u
u
c
c
t
t
i
i
e
e
s
s
„
„
S
S
e
e
r
r
v
v
i
i
c
c
e
e
“
“
Reparaties aan andere delen van de machine mogen alleen
door de fabrikant of een door hem erkende werkplaats
uitgevoerd worden.