121
De volgende punten zijn belangrijk:
Blijf buiten de gevarenzone.
Leg uw handen vlak en met gesloten vingers op het
werkstuk. Het werkstuk daarbij handmatig niet verder dan
tot aan de voorkant van de beschermkap brengen.
Verwijder losse delen, spanen en splinters niet met de
hand.
Let in ieder geval op alle veiligheidsinstructies!
Het zagen van smalle werkstukken
(kleiner dan 120 mm.).
Het werkstuk met beide handen verschuiven en als u
in de buurt van het zaagblad komt de duwstok (19)
gebruiken.
Als u zeer dunne of smalle werkstukken
(
breedte 30
mm of minder) heeft, dan moet u het lage profiel van
de aluminium liniaal (13A) van de universele aanslag
gebruiken.
Het zagen van brede werkstukken
Schuif het werkstuk bij het zagen met vlakke hand en ge-
sloten vingers langs de aanslag.
Haaks/verstekzagen
Schuif de dwarse aanslag (1) in een van de geleidegleuven
op de tafel en stel de dwarse aanslag in op de gewenste
hoek en breng de aanslaggeleiding aan.
Verschuif de lengteaanslag (13) in de gewenste positie,
zodat het werkstuk veilig kan worden aangedrukt.
Leg het te zagen werkstuk tegen de aanslaggeleiding.
Houd het werkstuk goed vast en schuif het met de dwarse
aanslag (11) aan het zaagblad voorbij. Gebruik eventueel
de schuifstok (19).
Onderhoud en reiniging
Voor aanvang van iedere onderhouds- en
reinigingsbeurt
−
Toestel uitschakelen
−
Stilstand van het zaagblad afwachten
−
Stroomtoevoer onderbreken
Onderhouds- en reinigingswerkzaamheden die niet in dit
hoofdstuk worden genoemd, mogen uitsluitend worden
uitgevoerd door de fabrikant of door hem aangewezen
bedrijven.
De in het kader van onderhoud of reiniging verwijderde
veiligheidsvoorzieningen moeten absoluut weer correct
aangebracht en gecontroleerd worden.
Gebruik alleen originele onderdelen. Andere onderdelen
kunnen onverwachte schade en verwondingen tot gevolg
hebben.
Onderhoud
Opmerkingen met betrekking tot de
zaagbladwissel
Inden wisselen van het zaagblad:
−
frakobl. apparatet
−
vent indtil savklingen står stille
−
træk netstikket
Gebruik geen
HSS-zaagbladen
Gebruik geen
gescheurde, beschadigde of vervormde
zaagbladen.
Gebruik alleen
scherpe
zaagbladen
.
Gebruik slechts geschikte zaagbladen.
Maak alleen gebruik van zaagbladen, waarvan het
maximaal toerental (zie opdruk zaagblad) ten minste met
het op de zaag vermeld motortoerental (zie "'Technische
gegevens") overeenkomt.
Gebruik slechts zaagbladen, waarvan de snijbreedte groter
en waarvan de dikte van het stamblad kleiner is dan de
dikte van de splijtwig.
Gevaar van verbrandingen! Kort na het zagen is het
zaagblad nog heet. Laat het zaagblad afkoelen.
Snijgevaar! Draag bij de wissel van het zaagblad
handschoenen.
Draag de zaagbladen, wanneer doelmatig, in een
reservoir.
Zaagbladwissel:
Breng het zaagblad in de hoogste positie.
Verwijder de schutkap (7).
Neem het tafelinzetstuk (12) eruit.
Zet de ringsleutel (30) op de zaagbladflens (22) en de
ringsleutel (31) op de zeskantbout (23). Draai voor het
losmaken de ringsleutel (31) in pijlrichting.
Verwijder de zeskantschroef (23) en de zaagbladflens
(22). Trek het zaagblad (5) af.
Reinig de flens.
De inbouw van het zaagblad gebeurt in omgekeerde
volgorde.
Zaagblad vast aantrekken.
Neem de draairichting van het zaagblad in acht (zie
pijl op het zaagblad).
Afstand controleren / Splijtwig instellen:
Breng het zaagblad (5) met behulp van de kruk (6) in de
hoogste positie.
Meet de afstand tussen zaagblad en splijtwig (8). De
afstand mag max. 5 mm bedragen.
Afstand boven 5 mm?
Maak de schroef los en stel de afstand in.
Trek de schroef (A) weer vast aan.
Tenslotte het tafelinzetstuk en de beschermkap weer
monteren.