156
SCHEMA VOOR DE WEERGAVE VAN DE VERSCHILLENDE TEMPERATUURNIVEAUS IN UW
WIJNKAST (NAARGELANG VAN DE INSTELLING):
INSTELLING VAN DE TEMPERATUUR
Om de wijnkast in bedrijf te nemen, die op het net aansluiten.
Tijdens de inschakeling of na een stroomonderbreking wordt het instelsysteem geijkt. Tijdens dit ijkproces
gaan het display en de keuzeknoppen branden en knippert het alarmpictogram (driehoek met
uitroepteken).
Het proces kan tussen 10 en 60 seconden duren. Na afloop keren het display en de knoppen terug naar
hun normale toestand.
De temperatuur binnen in de wijnkast wordt automatisch gecontroleerd door middel van het elektronische
instelsysteem (figuur 1-1)
Het systeem werd vooraf ingesteld in de fabriek en werkt automatisch. De basisparameters werden
vastgesteld voor een gemiddelde centrale temperatuur van 12 °C +/- 2 °C. Als u de instellingen wijzigt,
wordt de laatste selectie opgeslagen in het geheugen.
Bovenste gedeelte, ideaal om rode wijnen
op serveertemperatuur te brengen
.
Centraal gedeelte, ideaal om wijn te
bewaren.
Onderste gedeelte, om over volle en zachte
witte
wijnen
en
champagnewijnen
op
degustatietemperatuur te beschikken.
"Opgelet,
de
grand
cru's
van
de
champagnewijnen worden bij voorkeur op een
temperatuur
van
ongeveer
12°C
gedegusteerd"
De
volledige
wijnkast is bestemd
voor het opleggen
van uw wijnen, of
naar keuze voor het
op
temperatuur
brengen
van
de
door
u
gekozen
wijnkleur
(één
enkele temperatuur
die tussen +8 en
+18 °C ingesteld
kan worden)
17, 18 of 19°C
11, 12 of 13°C
7, 8 of 9°C